Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:peter_kropotkin_de_arbeidersbeweging_en_de_internationale_organisatie_der_arbeiders

Peter Kropotkin, de arbeidersbeweging en de internationale organisatie der arbeiders

Door Alexander Schapiro


Peter Kropotkin, de arbeidersbeweging en de internationale organisatie der arbeiders [1]

I.

Het arbeidersprobleem, of juister het probleem van de taak en het belang van de arbeidersbeweging in de sociale revolutie, brengt opnieuw onrust in de anarchistische rijen.

De nieuwe generatie, die is opgegroeid onder de omstandigheden, in het leven geroepen door de oorlog en de revoluties — de onterende oorlog en de onteerde revoluties — beschouwde de partijdiscipline met belangstelling, ja, zelfs met warme sympathie. Zij Wendde zich tot de kracht van de partij en de macht van haar „apparaat“ als tot krachten, die bij machte zouden zijn wonderen te bewerken. Een dergelijke afwijkende mening in de richting van een gedisciplineerde machtsformatie riep noodzakelijkerwijze een soortgelijke houding in het leven ten opzichte van de organisaties, die buiten de invloedssfeer van de partij werken, en in de eerste plaats ten opzichte van de organisaties der arbeidersklasse. Deze houding ten opzichte van de organismen der arbeidersklasse, welke houding eigen is aan alle partijen uit alle tijden, is die van de „leider” tegenover de „troep“, komt het zuiverste tot uiting in de verovering dier organisaties voor de „morele” leiding (en dan voor de leiding zonder meer), dier organismen in het belang der veroveraars.

Een dergelijke ideologie is, dankzij het voorbeeld van het Russische bolsjewisme, dat tot het einde toe deze tactiek van verovering der vakverenigingen heeft kunnen doorzetten, zelfs tot in de rijen der anarchisten doorgedrongen.

Er bestaat nog een andere stroming in de boezem van het anarchisme, de „klassieke” stroming, die van mening is, dat, welke ook het belang moge zijn van de strijd der arbeidersklasse voor verbetering van haar arbeids- en bestaansvoorwaarden, de taak der anarchisten een geheel andere is. Het werk in de vakverenigingen komt eerst in de tweede plaats. De anarchisten moeten de propaganda voor hun gedachten versterken, en zich onthouden van elk contact met het „onvermijdelijke reformisme“ der arbeidersorganisaties.

Desondanks baseren de „zuivere” anarchisten, evengoed als de „partij”- anarchisten, hun theorieën en tactiek nog steeds op de ideologische grondslagen, die ons door de vaders van het anarchisme — door Bakoenin en Kropotkin — zijn nagelaten. Zij beschouwen zich als hun leerlingen, en beweren hun werk voort te zetten. Maar ondertussen vergeten zij, dat Bakoenin het meest actieve lid was van de internationale organisatie van vakverenigingen — de Eerste Internationale — en dat in al zijn werken als een rode draad het doel van deze arbeidersorganisatie tot uiting kwam, waarvan hij de gepassioneerde propagandist was. Trouwens, men heeft reeds genoeg geschreven over de opvattingen van Bakoenin met betrekking tot de taak en het doel van de arbeidersbeweging — veel meer dan over het standpunt van Kropotkin ten opzichte van dit probleem. Het kan dus van belang zijn, dit hiaat in onze anarchistische literatuur, zij het ook slechts gedeeltelijk, aan te vullen. Kropotkins standpunt ten opzichte van de arbeidersklasse in het algemeen, en niet slechts ten opzichte van de arbeider als onderdrukt individu, te vervolgen, aan de hand van zijn actie, zijn werk en geschriften kan van groot belang en tevens zeer leerzaam zijn, in het bijzonder voor die anarchisten, waarover wij zo-even hebben gesproken. In de eerste plaats moeten wij constateren dat wij nauwelijks enige aanwijzingen betreffende deze vraag, die wij ons hebben gesteld, zullen vinden in de meest bekende werken van Kropotkin: „Woorden van een Opstandeling” (1879—1882), „De Verovering van het Brood” (1886—1890), „De Anarchie, haar Filosofie, haar Ideaal” (1869), „Gedenkschriften” (1899).[2]

Hoe moeten wij een dergelijk hiaat in de voornaamste werken van Kropotkin verklaren, waar hij in tal van artikelen, waarop wij straks zullen terugkomen, juist deze vraag, tot in bijzonderheden, heeft behandeld?

Kropotkin nam als grondeenheid voor de anarchistische toekomstmaatschappij, de gemeente, en als eenheidsvorm der maatschappij, d e federatie dier gemeenten.

Na zijn vlucht uit de Peter-en-Paulvesting, ging Kropotkin naar Zwitserland (1876) waar hij al spoedig lid werd van de Jurafederatie en vriendschap sloot met James Guillaume, Elisée Reclus, en andere bekende strijders van de Internationale. Hij toog onmiddellijk aan het werk en ontwikkelde in „Le Révolté” (De opstandeling) de gedachten van die Internationale, nationale.

Er bestond toentertijd geen arbeidersbeweging in de huidige betekenis van het woord. De Internationale, verzwakt door de vervolgingen van de regeringen enerzijds en door de marxistische splitsing anderzijds, liep op haar eind. De communes van Lyon en van Parijs lagen allen nog vers in het geheugen. De strijd der arbeidersklasse had een tamelijk tam, onbepaald en vormeloos karakter: Men zocht naar nieuwe vormen en nieuwe tactiek. Het was dus heel natuurlijk en begrijpelijk, dat de communes, die door de macht van de staat verpletterd waren, de vaandels en de propagandamiddelen der anarchistische gedachten werden. Zodoende werd de commune, in dien tijd, de enige levende vorm, die een soliede basis kon leveren, waarop men de toekomstige maatschappij kon opbouwen. En men kan gemakkelijk begrijpen, dat Kropotkin, toen hij de grondslagen en beginselen voor een vrije maatschappij bestudeerde, de commune tot de hoeksteen van een systeem van maatschappelijke wederopbouw maakte.

Later, met de ontwikkeling van de arbeidersbeweging, leerde Kropotkin, zoals wij straks zullen zien, een anderen weg, een anderen vorm van maatschappelijke wederopbouw op federatieve, socialistische en anti-staatsgezinde grondslag kennen.

Zoo zou men kunnen aannemen, dat Kropotkin, toen hij zijn theorie van de commune uitwerkte en de anarchistische ideologie versterkte en verdiepte, de arbeidersbeweging geheel negeerde, en haar niet het minste belang toekende. Maar in werkelijkheid was dat in het geheel niet het geval.

Het leven schiep zijn eigen werktuigen. De arbeiders verenigden zich, organiseerden zich, bespraken de vraagstukken van de dag, voerden actie, streden; in een woord, de beweging groeide. En natuurlijk ontging dat alles aan Kropotkin niet.

Kropotkin achtte het noodzakelijk, de revolutionaire krachten te organiseren, en nergens bleef hij, in zijn werken, staan bij het vraagstuk van de organisatie van de anarchistische groepen. Wij zullen verder op zien, dat hij zonder ophouden de anarchisten aanspoorde, zich bij de arbeidersorganisaties aan te sluiten, en binnen het raam dier organisaties te werken. Hij was van mening, dat de sociale revolutie zich slechts door middel van de arbeidersorganisaties kon voltrekken, daarom vond hij ook, dat de plaats van de anarchisten in die organisaties was.

Lid geworden van de Jurafederatie, nam Kropotkin een werkzaam aandeel in de internationale arbeidersbeweging dier dagen. Hij werkte mee aan het „Bulletin” van de Jurafederatie, en in het nummer van 29 Juli 1877, schreef hij:

„Wij hebben vertrouwen in het gezonde verstand van het volk. Het zal begrijpen, dat men slechts bereikt, wat men zich ten doel stelt, en dat men zelfs dat niet in een slag kan bereiken. Het zal begrijpen, dat het niet langer de rechten van de burger, maar dat het de rechten van de arbeider zijn, die wij moeten proclameren. Als het eenmaal tot de overtuiging is gekomen, dat zonder economische vrijheid geen politieke vrijheid mogelijk is, zal het begrijpen, dat die overtuiging geen leeg woord kan blijven…. Wij hebben dus niets anders te doen dan openlijk de economische vrijheid te eisen, dan te zeggen dat er geen heil bestaat zonder de onteigening en de afschaffing van de bourgeoisie, en de vernietiging van de staat en van alle burgerlijke instellingen”. Reeds in de eerste dagen van zijn optreden in Europa omschreef Kropotkin aldus nauwkeurig het onafscheidelijke karakter van de economische en de politieke vrijheid, en de noodzakelijkheid van een strijd op beide fronten. Deze gedachte, die stelling nam tegenover de sociaaldemocratische theorie, die de staat als een onmisbare instelling beschouwt, die bijdraagt tot de voortschrijdende ontwikkeling der mensheid, en tegenover de „zuivere” syndicalisten, die over het probleem van de staat het stilzwijgen bewaren, deze gedachte werd de grondslag van de filosofie van Kropotkin. Meer

dan eens kwam Kropotkin terug op de noodzaak van een gelijktijdige strijd op economisch en op politiek terrein. Zoo, in 1895, toen hij de vraag van de samenhang van economie en politiek onderzocht, kwam Kropotkin tot de conclusie, dat de sociaaldemocraten ten onrechte de uitbuiting alleen op economisch terrein erkenden:

„Ongetwijfeld veroorzaken de economische omstandigheden de slavernij. Ongetwijfeld zal de slaaf van de grond of van de machine nooit een vrije burger zijn. Ongetwijfeld zal de politieke slavernij blijven, zoo lang de economische slavernij zal bestaan.

Maar van die beide vormen van onderdrukking, de economische en de politieke, kan geen van beide als de moeder van de andere beschouwd worden. Beide gaan zij hand aan hand, en de ene brengt altijd weer de andere voort.”

Zodoende bracht Kropotkin de economische slavernij in verband met de staatsslavernij: „Daar de staat de politieke vorm is, waardoor de economische onderdrukking werd mogelijk gemaakt, en in stand wordt gehouden, is de economische bevrijding niet mogelijk zonder tevens het staatsmechanisme te vernietigen, door middel waarvan de economische onderdrukking zal worden bestendigd zoo lang de staat bestaat.”[3]

Deze wet van de ontwikkeling, zoals Kropotkin het noemt, kan worden uitgedrukt in de formule: KAPITAAL + MACHT = ONDERDRUKKING. Tien jaar voor de Charte d’Amiens[4] van het Franse syndicalisme waarschuwde Kropotkin de arbeidersbeweging reeds voor het feit, dat haar strijd gelijktijdig tegen het kapitaal en tegen de staatsmacht moet worden gericht, en vestigde hij daarop reeds de aandacht.

Kropotkin onderzocht niet alleen de formules voor de revolutie, maar ook haar methodes. Hij had, op een der vergaderingen van de Jurafederatie, een rapport overhandigd, dat als volgt eindigde:

„Als de onteigening eenmaal is doorgevoerd, en de kracht van het verzet van de zijde der kapitalisten is gebroken, zal zich noodzakelijkerwijze, na een periode van zoeken, een nieuwe organisatievorm voor de productie en het ruilverkeer ontwikkelen, eerst op beperkte, later op bredere schaal

Wij menen ons niet te vergissen als wij nu reeds verklaren, dat de grondslagen voor de nieuwe organisatie, althans in de romaanse landen, de vrije federaties voor de groepen van producenten zullen zijn, en de vrije federaties van de gemeenten en van de groepen van onafhankelijke gemeenten.”[5]

Kropotkin beschouwde de Eerste Internationale als een groot anarchistisch succes, en wekte voortdurend iedereen op, om deze organisatie met alle kracht te steunen. Zoo schreef Kropotkin bijvoorbeeld in antwoord op het artikel van Laveleye „Grootheid en verval van de Internationale”:

„De Internationale Arbeiders Associatie, hoe men haar ook moge noemen, kan niet ten gronde gaan. Zij werd vanzelf geboren uit de huidige economische omstandigheden, daar de belangen der arbeiders in alle landen dezelfde zijn, en daar zij in alle landen op dezelfde wijze beledigd worden…

Is het niet natuurlijk dat zij, die onder dezen stand van zaken lijden, zich van stad tot stad, van provincie tot provincie, van land tot land verbinden om eindelijk weer de beheersers te worden van de grond van de fabrieken, en van hun eigen arbeid? Het leed is het gemeenschappelijk deel van alle landen, het verzet moet, uit dien hoofde, eveneens internationaal worden. Armzalige afscheidingen vormen uw politieke grenzen! Over de muren van uw forten heen en ondanks de wachthuisjes van uw douanen hebben wij elkaar als broeders weten te begroeten. Alle staten zijn gedoemd te verdwijnen, en zullen worden vervangen door de Federatie van de groepen der Internationale”.[6]

Op het congres van de Jurafederatie, in 1880, was Kropotkin een van de meest actieve leden, en er bestaat niet de minste twijfel aan, dat hij de volgende resolutie van het congres ten volle onderschreef:

„Het congres beveelt de secties dit middel (het zenden van een speciale afgevaardigde om afdelingen te stichten in de plaatsen, die buiten de arbeidersbeweging waren gebleven) aan, om de organisatie van de krachten der arbeiders meerdere uitbreiding te geven.”[7]

Enige tijd voor het congres van de revolutionaire socialisten te Londen in Juli 1881, schreef Kropotkin op de voorpagina van „Le Révolté”, op de plaats en in de plaats van het hoofdartikel, de volgende woorden als een oproep, gericht tot de afgevaardigden:

„Over vijf dagen zullen de afgevaardigden van de revolutionair-socialistische organisaties van geheel Europa in Londen bij elkaar komen op het internationale congres… Van onzen kant spreken wij onze beste wensen uit voor het algehele welslagen van dit congres. Deze wensen kunnen wij overigens in weinige woorden samenvatten: dat de revolutionaire socialisten van alle schakeringen en block toetreden tot de rijen der Internationale Arbeiders Associatie.

Wij zijn er ten zeerste van overtuigd dat de afgevaardigden op dit congres verenigt, zich ervan kunnen overtuigen, dat de Internationale Arbeidersassociatie (IAA) alle verwachtingen van het wereldproletariaat belichaamt, en dat voorzeker noch de statuten van de Internationale, noch de geest, die haar bezielt, verhinderen, dat die verwachtingen op krachtiger wijze tot uiting komen. Wij hopen dat dit congres, na de huidige Internationale beter te hebben leren kennen, de kreet zal aanheffen: Leve de Internationale Arbeiders Associatie, en wij hopen tevens, dat wij spoedig een regelmatig congres van de IAA zullen meemaken, waarbij zich dan de grote massa der arbeiders zal hebben aangesloten, zodat het machtige organisme weer zal herleven, dat vroeger de bourgeoisie en de regeringen heeft doen sidderen, en dat weldra bij machte zal zijn, hun de doodslag toe te brengen door de sociale revolutie”.[8]

Het congres, dat Kropotkin bijwoonde, heeft het niet anders begrepen, en Kropotkin schreef veertien dagen later:

„De vereniging van de revolutionaire socialisten der beide werelden, waarvan wij zoo dikwijls gedroomd hebben, is eindelijk op het congres te Londen tot stand gekomen Allen, die onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud de sociale revolutie wensen, en die inzien, dat de revolutie slechts met revolutionaire middelen kan worden voorbereid, reiken elkaar heden de hand, en vormen een enkele grote en machtige organisatie, de Internationale Arbeiders Associatie”.[9]

Enige maanden later, na zijn verbanning uit Zwitserland, riep Kropotkin, een der beschuldigden in het proces van Lyon uit, terwijl hij zich tot zijn rechters wendde:

„Zeker, het zou heel mooi geweest zijn, als wij U hadden kunnen verklaren, dat wij tot de Internationale behoorden. Maar wij kunnen dat niet, omdat die grote arbeidersorganisatie niet meer in Frankrijk bestaat sedert de onrechtmatige wet van 1872 haar heeft vernietigd… Nooit zal ik het als een misdaad beschouwen, tot de arbeiders der beide werelden te zeggen: Arbeiders, als de bourgeoisie U tot de ellende doemt en druipt van haat, reikt elkaar de hand over de grenzen heen, weest broeders.”[1]

Kropotkin kwam dikwijls op de Eerste Internationale terug, want hij beschouwde haar als een volmaakte organisatie voor de strijd voor de sociale revolutie. Gedurende de laatste jaren van de oorlog en in de jaren van de revolutie, die hij in Rusland had meegemaakt, kreeg het vraagstuk van het revolutionaire syndicalisme meer en meer zijn belangstelling. Meer en meer werden de praktische problemen van de taak der arbeidersklasse in het algemeen en van de anarchisten in het bijzonder behandeld, en Kropotkin besloot de discussies gewoonlijk met te verwijzen naar het verleden: „Maar dat alles werd al gezegd en gedaan in de secties van de Eerste Internationale”. Ja, tegen het kapitalisme, en tevens tegen de staatsmacht, dat is de leus, dat is het program. Dat is de weg naar het einddoel.

Maar Kropotkin zag volkomen in, dat, zoo de strijd tegen het kapitaal niet kon worden gewonnen zonder de gelijktijdige strijd tegen de staat, de strijd tegen de staat nog veel minder mogelijk was zonder de strijd tegen het kapitaal.

Hij zag in, dat daar de arbeiders de grondslag vormen voor de sociale revolutie, de economische strijd noodzakelijkerwijze de hefboom van alle praktische activiteit moest zijn.

„Daar de vijand, dien wij de oorlog verklaren, het kapitaal is, moeten wij ons daartegen met alle kracht keren, zonder ons van dat doel te laten afbrengen door de schijnbare agitatie van de politieke partijen. De grote strijd, waartoe wij ons voorbereiden, is in wezen een economische strijd, het is op economisch gebied dat onze activiteit tot uiting zal moeten komen. Laten wij ons uitsluitend op dat standpunt stellen, en wij zullen zien, hoe de grote massa der arbeiders onze rijen zal komen versterken, hoe zij zich zullen verenigen rond de vaandels van de Liga der Arbeiders.”[11] “[…] Als wij er in slagen binnen enkele jaren een dergelijke organisatie op te bouwen, kunnen wij er zeker van zijn, dat de volgende revolutie niet verloren zal gaan […]”[12]

Kropotkin gaat voort, op die manier de arbeiders op te wekken, hun eigen krachten voor de sociale revolutie te organiseren, en de anarchisten op te wekken, een werkzaam aandeel in dien strijd te nemen.

Hij schreef geregeld in „La Révolté”, die van 1887 tot 1894 „Le Révolte” (De Opstand) werd. Behalve de artikelen die achtereenvolgens zijn verschenen, zij het in „De Verovering van het Brood”, zij het in „Woorden van een Opstandeling”, of ook in „De grote Revolutie” schreef hij bij het begin van elk jaar een algemeen overzicht van de internationale toestand. Deze periodieke verslagen behandelden altijd de ontwikkeling van de arbeidersbeweging, haar belang, haar successen, en haar toekomstige eisen. Zoo wijst Kropotkin bijvoorbeeld in zijn overzicht van het jaar 1887 op de gevaren van het parlementarisme, de versterking van het offensief van de arbeidersmassa’s, en het oorlogsgevaar in Europa. Hoe zal dat alles aflopen, vraagt Kropotkin zich af, en hij geeft ten antwoord:

„En dan zullen of de gemeenten communes zijn in de ware betekenis van het woord, d.w.z. communistische communes, en dan zullen zij de indringers verjagen en de sociale revolutie in Europa brengen, of wel ze rullen slechts jakobijnen zijn, zij zullen het proletariaat vergeten, en dan zal in Europa de sombere nacht van de reactie komen”.[13]

Juist dertig jaar later werd de Russische revolutie „slechts een jakobijnse”. De profetie van Kropotkin werd ten volle bevestigd. Europa is heden ten dage ten prooi aan een zwarte reactie.

„Welke ook de ontwikkeling der gebeurtenissen in dit opzicht zal zijn, niemand kan het voorspellen. Maar dat de proletariërs het weten: van hen, en van hen alleen hangt het welslagen van de revolutie af. Niemand zal zich om hen bekommeren, als zij niet voor zichzelf opkomen. Geen van de beide partijen — heden socialistisch, morgen jakobijns — zal zich met hen bemoeien, als zijzelf niet onmiddellijk tot de onteigening overgaan, als zij zich niet organiseren, om alles, wat zij verbruikt hebben, opnieuw voort te brengen.”[14]

Tenslotte spreekt Kropotkin van de taak van de anarchisten, van de noodzakelijkheid voor hen, om zich te organiseren:

„Dan zullen de anarchisten tot hun recht kunnen komen, en de taak kunnen vervullen, die hun in de toekomstige revolutie toekomt. Dien dag zullen zij een sterke onvergetelijke macht vormen, want zij zullen de discipline kennen, waarvan Bakoenin droomde, die voortvloeit uit de eenheid van het leven en op de gelijkgerichte activiteit, en niet uit de gehoorzaamheid aan de bevelen van enkele individuen, of van een min of meer ernstige meerderheid”.[15] Waar zouden de anarchisten dus heen moeten gaan, en waar zou hun vereniging tot stand kunnen komen?

„Men heeft dikwijls gezegd: „Onze taak is van tevoren bepaald. Als het volk in de straat is, zullen wij de strijd slechts door daden behoeven te wekken.” Akkoord. Maar dan nog moet de massa ons kennen, en moeten de anarchisten in zich zelve de moed voelen, dien strijd te openen, en daarvoor is een grote voorbereiding nodig”.

„[…] Zij (de massa) wil optrekken, en het is onze taak haar daarbij te helpen, en de eerste stappen te doen, die haar van de revolutie scheiden. En daarom moeten wij een zijn met het volk, dat niet langer geïsoleerde daden wenst, maar de mensen van de daad in zijn midden moet hebben.”[16]

Kropotkin bekritiseerde het isolement van de anarchisten. Hij bemerkt de sporen van een zekere aristocratische neiging onder enkele anarchisten, en tracht hen het gecompliceerde raderwerk van de huidige industrie te doen begrijpen:

„Gaat het erom, om onze kennis onder ons te houden, om er onze bijeenkomsten mee op te luisteren? Is het om te doen, zoals zovele bourgeois doen, die hun kennis voor hun wetenschappelijke bijeenkomsten bewaren, hun kranten, hun boeken, zonder ze uit te dragen onder hen, die ze het meest nodig hebben? Is het om op onze beurt de bourgeois uit te hangen dat wij ons hebben getooid met het grote woord anarchie, dat toch in de allereerste plaats betekent dat we een moeten zijn met het volk, en met het volk moeten samenwerken?” … „En in plaats ieder van die organisatoren apart te nemen, en ieder hunner te overtuigen, zoals Fanelli dat in Spanje heeft gedaan en Bakoenin overal, draait hij hem dadelijk de rug toe, en beklaagt zich over zijn domheid, als de nieuweling grote ogen opzet, als hij hoort verkondigen, dat de diefstal het eigendom zal vernietigen, en dat enkele dynamietpatronen, waarmee men zelfs geen deur kan opblazen, voldoende zijn om de sociale revolutie te maken”.[18]

De kolommen van „L a Révolte” staan vol aantekeningen en artikelen, die zonder enige twijfel van de hand van Kropotkin zijn, en die de arbeidersbeweging in al haar onderdelen bestuderen. Dikwijls bracht hij verslagen over de arbeidersbeweging in Engeland, waar hij toen woonde. Die beweging in Engeland was veel reformistischer en corporatiever dan in de Latijnse landen. Toch schreef Kropotkin ter gelegenheid van het congres van de vakverenigingen in Liverpool in 1890, dat „dit congres een gebeurtenis van belang is in de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Het breekt de oude vakverenigingstraditie. Het opent een nieuwen weg. Nu is het aan de socialisten om hun ideeën in dat milieu uit te zaaien, dat niet langer het oude reactionaire milieu is, en dat doen ook tal van anarchisten reeds in de provincie en hun aantal neemt met de dag toe.[19]

Kropotkin maakt zich helemaal niet bezorgd over het feit, dat de arbeidersorganisaties zich vooral met de partiële verbeteringen van hun arbeids- en bestaansvoorwaarden bezighouden. De anarchisten moeten zich onder geen omstandigheden op grond van die schijnbare tegenstrijdigheid tussen de grondgedachten van de anarchie en die kleine dagelijkse strijd van de arbeidersmassa’s aan die organisaties onttrekken. Die vraag behandelt Kropotkin in de artikelen „De arbeidersorganisaties”[20] en „De nieuwe ontwikkeling van de arbeidersbeweging”[21]. Toen Lagardelle, in zijn kritiek op de houding van bepaalde anarchisten ten opzichte van het syndicalisme dit probleem in „Les Temps Nouveaux” opwierp, kwam Kropotkin, die door Lagardelle indirect in de discussie betrokken was, opnieuw op die vraag terug:

„Zeer zeker doen de anarchisten, als ze lid worden van een vakvereniging, een concessie, evenals ze dat doen als ze de titel van hun krant deponeren, als zij toestemming vragen voor een meeting, zelfs als zij een huurcontract tekenen of zich de handboeien laten aanleggen zonder er met een vuistslag op te antwoorden. Als men het vakvereniginsleven binnentreedt, laat men zich zeker, evenals in het parlement, door het milieu beïnvloeden.

Maar het verschil tussen de vakvereniging en het parlement is, dat de ene een strijdorganisatie tegen het kapitaal is, terwijl de andere, het parlement wel te verstaan, een organisatie is tot instandhouding van de staat, van het gezag. De ene wordt soms revolutionair, de andere nooit. […] De ene, (het parlement) boezemt ons in beginsel afkeer in, de andere is slechts een voorbijgaande en te veranderen vorm van een strijd, dien de meesten van ons aanvaarden”.

Als echter de vakverenigingen een sociaaldemocratische hiërarchie gaan aannemen, zouden wij er niet toe kunnen toetreden alvorens ze te hebben vernietigd.”[22]

Voortgaande ontwikkelt Kropotkin dan de gedachte van de fundamentele betekenis van de vakverenigingen, en hij zegt:

„De arbeidersorganisaties vormen de enige macht, die werkelijk in staat is de sociale revolutie te voltrekken, en waar de arbeidersorganisaties zich niet hebben laten beheersen door de heren, die de macht willen veroveren, en waar zij hand in hand met de anarchisten zijn blijven optrekken — zoals ze dat in Spanje hebben gedaan — hebben zij gedeeltelijk onmiddellijke resultaten bereikt — en anderzijds een brede propaganda voor de sociale revolutie gemaakt, — voor de revolutie die zal komen, niet van de zijde van de heren in de regeringen, maar van onderen af, van de zijde der arbeidersorganisaties.[23]

Laten wij deze lange samenvatting onderbreken, en wijzen op de ommekeer, die zich sindsdien in de rijen der anarchisten, maar ook in die der syndicalisten, heeft voltrokken. Een kwart eeuw later is het reeds niet langer nodig, de arbeidersbeweging er op te wijzen, dat zij „hand in hand met de anarchisten“ moet optrekken, maar moet gesproken worden van de dringende en onontkoombare noodzaak voor de anarchisten, om hand in hand met het revolutionaire, federalistische syndicalisme op te trekken.

Laten wij opnieuw een artikel van Kropotkin nemen.

„[…]Diegenen onder de anarchisten, die altijd van mening zijn geweest,

dat de arbeidersbeweging, georganiseerd volgens de beroepen voor de directe strijd tegen het kapitaal — tegenwoordig noemt men dat in Frankrijk „syndicalisme” en „directe actie” — de ware macht vormt, die in staat is, de sociale revolutie te brengen en te verwezenlijken door de gelijkelijke hervorming van de consumptie en de productie — diegenen onder ons die deze gedachten reeds vijf en dertig jaar verdedigd hebben, zijn slechts trouw gebleven aan de grondgedachte van de Internationale, zoals deze vanaf 1864 door de Fransen (in tegenstelling tot Marx en Engels) werd opgevat […] Die Internationale was een grote syndicalistische vakbeweging, die toen reeds al datgene voorstond, wat die heren in het syndicalisme beweren te hebben gevonden.

„[…] En nu het proletariaat, dat walgt van de parlementaire sociaaldemocratie, terugkeert tot de oude gedachte van de directe internationalen strijd tegen het kapitaal, zullen wij zien, dat het weer dezelfde heren zijn die trachten, deze beweging te gebruiken om er een politieke loopbaan door te beginnen. Welnu, wij zullen hen bestrijden, zoals wij hun voorgangers hebben bestreden, om altijd weer de gedachte hoog te houden van de bevrijding van het proletariaat door de directe en agressieve strijd tegen zijn belagers.”[24]

Wij hebben het nodig geacht dit lange citaat hier te geven, omdat het duidelijk en ondubbelzinnig ten standpunt van Kropotkin met betrekking tot de betekenis van de revolutionaire vakbeweging weergeeft. Wij komen nu in een periode van geweldige ontwikkeling van het syndicalisme, niet alleen in Frankrijk, maar in alle andere landen. De Eerste Internationale herleeft. Door de ernstige, internationalen strijd van het proletariaat beginnen de grenzen te verdwijnen. De internationale solidariteit wordt meer en meer werkelijkheid, en Kropotkin gaat voort, in zijn periodieke overzichten de arbeiders in het algemeen en de anarchisten in het bijzonder op te wekken, de Internationale weer op te bouwen. In zijn overzicht, verschenen in het eerste nummer van de „Temps Nouveaux” (4 Mei 1895) analyseert Kropotkin de „drang naar de anarchie in de verschillende landen”, zoekt hij dien drang in de boezem „der klasse, die lijdt om alles voort te brengen”.

„Schiet de gedachte van internationale vereniging van alle onderdrukten wortel onder hen […] Omvatten zij internationaal in eenzelfde haat alle uitbuitersbendes, onverschillig of ze zich Japanse of Franse, Duitse of Engelse patriotten noemen?”

„Geboren in de schoot van het volk, onder de inspiratie van het volk in de Internationale Arbeiders Associatie, en op het ogenblik gesterkt door de steun, dien zij vindt in de wetenschap, moet die gedachte tot het volk terugkeren, in zijn schoot groeien, het bezielen met haar onweerstaanbare drang.

„Daar alleen kan zij tot volle ontwikkeling komen. Daar alleen zal zij vasten vorm kunnen aannemen, en zal zij de vormen vinden, die de oude wereld, die ten onder gaat, zullen vervangen, en de maatschappij opbouwen op de nieuwe grondslagen van de gelijkheid, de volkomen vrijheid van het individu, en de broederschap van alle mensen.”[25]

Kropotkin volgde voortdurend en zonder vooringenomenheid de vooruit' gang van de gedachten en de grondbeginselen van de Internationale. Ik zou, bij voorbeeld, het vermaarde internationale socialisten congres te Londen in 1896 kunnen vermelden — vermaard omdat het de anarchisten verhinderd heeft er aan deel te nemen.

Kropotkin vergelijkt dit congres van de politiekers met de bijeenkomsten van de arbeiders:

”[…] Toen begreep men (tijdens de Eerste Internationale) dat het, wilde de sociale revolutie zich kunnen voltrekken noodzakelijk was, dat de geest van het volk nieuwe vormen zou vinden voor de maatschappelijke wederopbouw, — vormen, die noch het vertegenwoordigende regeringsstelsel, noch de staat kunnen zijn, maar iets volkomen nieuws, dat voortvloeit en zich aansluit bij de moderne productie en het moderne verkeer Iets dat zal voortvloeien uit de strijd van de arbeiders tegen het kapitaal, uit hun nationale en internationale verbonden uit de gemeenschappelijke belangen die de arbeiders van beide werelden hebben ondanks alle politieke stelsels en politieke grenzen, uit de gedachten die in hun midden opkomen.

„En terwijl de internationale congressen van de verschillende beroepen

(zoals het congres van de glasbewerkers, dat zoo juist beëindigd is) of wel de internationale conferenties, die zonder drukte door de Engelse dokwerkers met de Amerikaanse dokwerkers zijn gehouden, of kort geleden met de Belgische dokwerkers, de grote internationale arbeidersbewegingen zullen voorbereiden, die de arbeidstijd zullen beperken, en ook, zeer waarschijnlijk, de onteigening van de dokken zullen veroorzaken, — terwijl dat alles zich af speelt, blijven de internationale socialistencongressen nu reeds 28 jaar, wat het laatste congres is geweest: botsingen van persoonlijkheden en persoonlijke eerzuchten”.[26]

Nadat hij verder is ingegaan op de taak der arbeidersorganisaties tegenover de politieke partijen, besluit Kropotkin zijn overzicht met een onderzoek naar de belangentegenstellingen tussen de stad en het platte land:

„Niemand kan spreken uit naam van deze duizenden en duizenden belangen. Niemand, behalve het totaal dier belangen, die zelf spreken, en vooral handelen, en die hun eigen belang in de strijd zelve leren kennen.”[27]

Nadat hij alle bewegingen van dien tijd — coöperatieve, communistische, sociaaldemocratische, anarchistische — heeft onderzocht, voegt Kropotkin eraan toe:

„Dan hebben wij een geweldige, ontzaggelijke, kolossale corporatieve arbeidersbeweging, die, onder het nederige mom van loonsverhoging en verkorting van de arbeidstijd misschien reeds meer gedaan heeft dan alle andere bewegingen om de rechten van de mens in de arbeider te versterken, en die zich niets minder ten doel stelt dan de meesters uit de fabriek, uit de mijn, uit het transportwezen te verdrijven door middel van de guerrillastrijd, die zij dagelijks tegen hem voert.”[28]

En hier volgt een korte beoordeling van de Engelse arbeidersbeweging, geschreven ter gelegenheid van het jaarlijkse congres der Trade Unions: „De vakbeweging is reeds een vijandelijk leger, dat zich richt tegen de hoogburchten van het kapitalisme. Zij neemt nog slechts voorbereidende maatregelen, dat zonder twijfel; maar zij eindigt met de erkenning dat er niets kan gebeuren zolang de mijnen, de machines, de grond en het kapitaal, in de handen der geprivilegieerden zijn.

„Het is het bezit nemen van het kapitaal en de organisatie van de productie en het verbruik door de producenten zelve zonder tussenkomst van de staat, dringt zich onvermijdelijk op.

„Dat de vakverenigingen tot onteigening zullen moeten komen, is duidelijk. Dat zij het, desnoods met geweld, zullen doen, onmogelijk daaraan te twijfelen. Maar als de onteigening is voltrokken of zelfs nog maar begonnen, zullen zij niet aan een parlement of aan een Volksstaat vragen ze te organiseren.

„Als de mijnen of de fabrieken eenmaal in hun macht zijn, zullen zij produceren. Hiertoe zijn zij al georganiseerd.”[29]

De Sociale Revolutie, doorgevoerd door middel van de verovering van de fabriek en de werkplaats, en de internationale vereniging van de arbeiders worden al vaker de propagandamiddelen van Kropotkin.

Bij zijn terugkeer uit de Verenigde Staten, waar hij, in 1897, een reeks lezingen had gehouden, bracht Kropotkin op een ter gelegenheid van zijn terugkeer op Januari 1898 te Londen belegde meeting de broederlijke en solidaire groeten over van de Amerikaanse arbeiders. Bij die gelegenheid ontwikkelde hij de gedachte van de onteigening als de consequentie van de strijd der vakbeweging, van de coöperaties, die zich met de distributie tegen kostprijs bezighouden, en van de commune, die bezitneemt van de gronden, de huizen, en van alles, wat dienen kan om in de behoeften van haar leden te voorzien. „En dat zijn reeds”, zei Kropotkin, „drie bewegingen die een begin vormen”, en hij voegde eraan toe:

„De internationale vereniging, die alle beroepen omvat, dat is de hoofdtoon, die in alle redevoeringen heeft weerklonken.

De macht, die daaruit voor de revolutie zou voortvloeien. Voorzeker zou het een overwinning zijn geweest, als de Franse en Belgische mechanici zes maanden geleden in staking zouden zijn gegaan. (Het zou hebben betekend, dat de arbeiders tegenover de bazen hun recht hadden verdedigd, de industrie te beheren. Het was een nieuwe uitdaging geweest aan het kapitalisme:

„Je zegt dat jij het recht hebt de industrie te beheren? Wij ontkennen dat recht. Wij zullen de industrie regelen, wij zullen de arbeidstijd bepalen, wij zullen bepalen, wat er geproduceerd moet worden, en dan zullen wij uitmaken, wat er overblijft van je aanspraken op winst.”

„De Vakverenigingsinternationale! Maar die internationale was reeds lang geleden gesticht. Zij zou zonder twijfel verleden jaar zomer op het congres te Londen reeds tot stand zijn gekomen, als niet de politiekers, de socialistische afgevaardigden hadden getracht, dit congres hun gezag op te leggen, hun recht om de gehele arbeidersbeweging te beheersen.

Laten wij hopen, dat de vakverenigingen elkaar in de toekomst zullen weten te vinden, dat zij haar congressen zullen weten uit te schrijven, en dat zij eenieder buiten de deur zullen zetten, die zijn recht zou komen verkondigen, om de vakverenigingen te beheersen.”

Het is zelfs heden nog niet overbodig aan die hoop te herinneren, nu dergelijke aspiraties en pretenties de arbeidersbeweging te beheersen niet alleen door de sociaaldemocraten (in Duitsland), niet alleen door de bolsjewisten (in Rusland) geuit worden, maar zelfs door zekere anarchisten die door de bolsjewistische bacil zijn besmet.

II.

Wij zijn in 1905. De eerste acte van de grote Russische revolutie speelt zich af. De blikken van West-Europa zijn naar het Oosten gericht, naar de Slavische ziel, vol van mysteriën. De grondvesten van het tsaristische regime laten het eerste onheilspellende gekraak horen. Het jonge Rusland is uit zijn lange slaap ontwaakt, en met hem de arbeiders en de boeren.

Natuurlijk concentreerde Kropotkin al zijn aandacht op de gebeurtenissen in Rusland. In het eerste Russische anarchistische orgaan „Chljeb i Volja” (Brood en Vrijheid), dat door zijn kameraden in West-Europa was opgericht, schrijft hij voortdurend over alle brandende kwesties, die aan de orde zijn. En al spoedig dringt dezelfde vraag zich weer aan hem op: Wie veroorzaken de sociale revolutie? Welke krachten zullen haar verwezenlijken? Welke taak valt de anarchisten ten deel?

„De plicht van iedere anarchist”, schrijft hij, „en van elke waarachtige socialist, die noch zichzelf, noch zijn partij onfeilbaar acht, is met alle kracht mee te werken aan de organisatie van onafhankelijke vakverenigingen, zoals de Eerste Internationale dat heeft gedaan, om de belangen van de arbeiders te verdedigen en om vormen te vinden voor een maatschappelijk leven op communistischen grondslag, dat aan de behoefte aan vrijheid en gelijkheid zal kunnen voldoen die onder de arbeiders leeft. […] Die vormen der socialistische maatschappij zullen door de arbeidersmassa’s zelf moeten worden ontdekt en uitgewerkt, zonder de compromissen en concessies, die de politiekers haar zouden kunnen opleggen”.[30]

In een artikel waarin hij de grondslagen van een Russische arbeidersconfederatie ontwikkelt, en over de doeleinden van een dergelijke organisatie spreekt, zegt Kropotkin:

„Zonder de dagelijkse strijd voor de achturige werkdag en partiële verbeteringen van de levensvoorwaarden der arbeiders in het algemeen te verwerpen, vooral als die strijd een revolutionair karakter krijgt, zien wij in dien strijd slechts een middel, om de arbeiders onderling te verenigen voor een ernstigere en natuurlijk meer revolutionaire strijd: voor de socialisatie van alle productiemiddelen, en om de gehele industrie in handen der arbeiders te leggen.”[31]

En voor deze gedachte, steeds hetzelfde ‘Leitmotiv’. Op het congres van de Russische anarchisten in Londen in 1906 dient Kropotkin een rapport in, over ,,onze houding ten opzichte van de arbeiders- en boerenorganisaties”. Hier volgen zijn conclusies:

„Het is de plicht der anarchisten, een te zijn met de arbeiders, en niet toe te staan dat de politieke partijen de arbeidersbeweging uitbuiten in het belang van het parlementaire reformisme. Hun taak is de revolutionaire gedachten in de organisaties van de arbeiders te doen doordringen, opdat de vakverenigingen van arbeiders en boeren een macht worden, die in staat is, zelf in de praktijk en ter plaatse de algemene onteigening systematisch door te voeren. In de praktijk is de vraag, die de anarchisten zich voortdurend stellen, deze: Moeten wij ons aansluiten bij de reeds bestaande vakverenigingen, of moeten wij trachten, andere vakverenigingen te stichten, die een anarchistisch karakter hebben?”[32]

De vraag is interessant, en van organisatorisch standpunt ook in onze dagen nog van het grootste belang, want van de juiste oplossing van die vraag hangt het bestaan en het werken van de anarchistische beweging af.

Kropotkin helde over tot de opvatting, die twintig jaar later werd aanvaard, toen de syndicalistische Internationale werd gesticht. De ene, zegt Kropotkin , vormen eigen vakverenigingen, de anderen sluiten zich aan bij de reeds bestaande. „Anderen eindelijk, en dat was de meerderheid, vooral in Spanje, — werkten, terwijl zij lid bleven van de anarchistische groepen, voor de organisatie van onafhankelijke vakverenigingen, en wisten als zij er het vertrouwen van de vakgenoten hadden gewonnen, te bereiken, dat deze samengingen met de anarchisten, en de anarchisten met de redactie van hun vakbladen belastten.

„Men kan dit echter zeggen: in geval een vakbeweging van haar leden eist, dat ze het sociaaldemocratische program aanvaarden, is de plaats van de anarchisten niet in die vakbeweging, en moeten zij andere vakverenigingen stichten, hoe klein deze ook mogen zijn, vakorganisaties in hetzelfde beroep, maar onafhankelijk van elke politieke voogdij.”[3]

In onzen tijd worden de socialistische programma’s ons niet altijd formeel opgelegd maar in Frankrijk bijvoorbeeld voeren de reformistische vakverenigingen openlijk een politiek van samenwerking met de kapitalistenklasse, van samenwerking met de Volkenbond, die trouwens daarenboven een statenbond is, en ondersteunen zij moreel de marxistische ideologie en tactiek. Men begrijpt, dat onder die omstandigheden de voorhoede van het Franse proletariaat tegen de reformistische CGT in verzet komt, en andere organismen in het leven roept, al zijn deze ook kleiner. Om dezelfde reden ook is het nodig geweest in Duitsland een onafhankelijke vakbeweging te stichten, al was deze ook kleiner, die zich heden ten dage anarcho-syndiscalistische noemt. Hetzelfde geldt voor Italië vóór de overwinning van het fascisme.

Het revolutionaire syndicalisme verkrijgt burgerrecht, dankzij de onafgebroken activiteit van de anarchisten in de arbeidersbeweging der verschillende landen.

Op dit revolutionaire syndicalisme komt Kropotkin in 1907 nog eens terug, toen hij het voorwoord schreef voor de brochure van K. Orgéiani, „Hoe en waaruit het revolutionaire syndicalisme zich heeft ontwikkeld”.[34]

„De enge samenhang tussen de linkervleugel van de Internationale en het huidige syndicalisme, de eenheid van beginselen van anarchisme en syndicalisme, zowel als de tegenstelling tussen de beginselen van het marxisme en de grondgedachten van de sociaaldemocraten enerzijds en het syndicalisme anderzijds komt in dit werk duidelijk naar voren”… „De arbeidersmassa's — schreef hij verder — moeten inzien dat het leven zelf de arbeidersbeweging terugvoert tot de grondbeginselen, die de grondslag van de revolutionaire organisatie van het proletariaat vormden. Een dergelijke terugkeer zal rijk zijn aan consequenties, en daarom begroeten wij het met vreugde, dat de arbeiders wederom in hun rode vaandel schrijven: De bevrijding van het proletariaat door de directe en aanvallende actie tegen de uitbuiters en degenen, die hen verdedigen.”

Het is interessant te zien, hoe Kropotkin ieder jaar op dezelfde problemen, op dezelfde vragen terugkomt, en altijd weer opnieuw de enge samenhang tussen anarchisme en syndicalisme naar voren brengt. Als van tijd tot tijd in de kringen der anarchisten twijfel opkomt over tactische en methodologische strijdvragen, laat Kropotkin de gelegenheid niet voorbijgaan zonder de kameraden erop te wijzen, dat de beweging in het verleden wortelt, en dat haar einddoel in de toekomst ligt.

„De anarchistische beweging is in de tweede helft van de 19de eeuw in een arbeidersmilieu ontstaan, daar moet zij dus worden voortgezet Evenals in 1793, was de gedachte van een anarchistische organisatie opgekomen uit de behoefte van het volk om verschillende takken van het stadsleven in zijn secties te regelen… evenals ook in 1872 de hoop, eens een anarchistisch organisme te stichten, dat in staat zou zijn te leven, werd gewekt door het succes van de Internationale Arbeiders Associatie. In die Associatie zagen de arbeiders het milieu, dat zou kunnen dienen tot ontwikkeling van een anarchistische organisatie”.

„Daarom”, vervolgt Kropotkin, „moet er onder de anarchisten geen twijfel bestaan omtrent het milieu, waar zij moeten werken. Klaarblijkelijk is hun plaats daar, waar de anarchistische beweging geboren is, daar, waar de eerste ontwikkeling van een anarchistische maatschappij zich zou kunnen voltrekken, in de Arbeidersinternationale”.[35]

Dezelfde gedachten ontwikkelde hij nogmaals in twee artikelen, getiteld: „Anarchisme en Syndicalisme”, verschenen in het Engelse anarchistische orgaan Freedom, in Juli en Augustus 1912.

Tenslotte vindt men die gedachten over de zelfwerkzaamheid van de arbeidersmassa, in enkele van zijn werken. Zoo herinnert hij er in „Moderne Wetenschap en Anarchie” aan, „dat tal van anarchisten daarom vanaf het opkomen van de Internationale tot in onze dagen een actief aandeel hebben genomen in de arbeidersorganisaties, die gesticht waren voor de directe strijd van de Arbeid tegen het Kapitaal… Deze strijd wekt ook in de arbeiders de gedachte aan de vormen van een consumptie, een productie en een rechtstreeks ruilverkeer onder de belanghebbenden, zonder tussenkomst van de kapitalisten en van de staat.”[36]

Terwijl de wereldoorlog nog woedde, stelde Kropotkin zich reeds de vraag, wat de Internationale van de toekomst zou zijn, en zou moeten zijn:

„Wij moeten een arbeiders internationale hebben, die zich niet bemoeit met de interparlementaire internationale van de sociaaldemocratie.

Daarbij moet die Arbeidersinternationale zich in haar optreden niet bepalen tot de zuivere vakproblemen, zoals de vragen van het loon en de arbeidstijd, maar zij moet onomwonden het probleem van de maatschappelijke wederopbouw stellen[…]”

„[…] Twintig of dertig jaar geleden verzetten er zich duizenden oorzaken tegen, dat de gedachte van de maatschappelijke wederopbouw het hoofddoel werd van de syndicalistische beweging. Maar tegenwoordig wordt die wederopbouw door de behoeften van het ogenblik zelve voorgeschreven […]”

„Om een einde te maken aan de oorlog is er dus slechts een middel: een einde te maken aan de uitbuiting door de kapitalisten en de staat, en om dat doel beter te kunnen bereiken moeten wij een internationaal verbond stichten niet van degenen die beweren te regeren, maar van hen, die alle rijkdommen voortbrengen, en die zichzelf organiseren om de door hen voortgebrachte rijkdommen te verbruiken”

„Wat het aandeel betreft, dat wij in een dergelijke Arbeidersinternationale zouden kunnen nemen, dat zal afhangen van de vorm, die deze organisatie zal aannemen, en van de doeleinden, die zij zich stelt, maar het zou, naar het mij voorkomt, een ernstige fout zijn, als wij er ons niet mee bemoeiden.”[37]

In 1917 ging Kropotkin weer naar Rusland. Hij zag, hoe de revolutie zich daar voltrok, hij gaf zich, om zoo te zeggen, op de plaats zelve rekenschap van de geweldige betekenis van een georganiseerde arbeidersbeweging, die onafhankelijk is van elke politieke partij en zonder welke de revolutie zich nooit zal kunnen voltrekken.

Aan de brief, dien hij heeft geschreven aan de arbeiders van West-Europa, en die hij door bemiddeling van de Engelse arbeidersdelegatie, die in 1919 Rusland bezocht, heeft bekend gemaakt, spreekt Kropotkin van de onvermijdelijke reorganisatie, die de Russische revolutie aan de orde heeft gesteld:

„Het welslagen van die reconstructie zal voor een groot deel afhangen van de mogelijkheid van een nauwe samenwerking tussen de verschillende naties. Om dat doel te bereiken moet de arbeidersklasse van alle landen eng verbonden zijn, en moet de gedachte van een grote internationale van alle arbeiders ter wereld herleven, niet in de vorm van een vereniging onder leiding van een enkele politieke partij, zoals dat het geval was met de Tweede Internationale, en zoals wij dat thans opnieuw zien van de Derde. Dergelijke verenigingen hebben natuurlijk alle reden van bestaan, maar daarbuiten moet een verbond bestaan van alle vakverenigingen ter wereld, van hen, die de wereldrijkdom voortbrengen, en die verbonden zijn, met het doel, de wereldproductie van haar huidige slavernij aan het kapitaal te bevrijden. Deze internationale moet alle anderen omvatten.”[38]

De droom van de herleving van de grote Internationale liet Kropotkin niet met rust. Hij neemt zich het falen en de zwakheden van de Russische anarchistengroepen ter harte. Hij treedt in nauw verband met de anarcho- syndicalisten van Moskou en Petrograd, en nog enkele weken voor zijn dood zendt hij hun de jonge mensen, die hem kwamen raadplegen.[39]

Wij zullen trachten, het standpunt van Kropotkin ten aanzien van de arbeidersbeweging en de taak der anarchisten in die beweging kort samen te vatten.

Wat de taak van de anarchisten moet zijn is klaar en duidelijk: deel te nemen aan de georganiseerde arbeidersbeweging, want daarvan hangt het welslagen van de sociale revolutie af. Geen enkele partij, geen enkele groep buiten de arbeidersbeweging zal het program van de opbouw na de sociale revolutie kunnen doorvoeren, en zelfs niet het destructieve program.

In de laatste jaren van het leven van Kropotkin was de revolutionaire beweging begonnen zich opnieuw te groeperen en zich te ontwikkelen in de richting, die hij heel zijn veertigjarig optreden lang had aangewezen.

Nauwelijks enkele maanden na zijn dood is de Internationale Arbeiders Associatie gesticht, die in haar midden de arbeidersorganisaties verenigde, die zich uitspreken voor het federalisme en tegen de staat.

De anarchisten, verlangend wat verder te kijken dan hun kleine groepen en studiekringen, hadden de grote en enige weg gekozen, die tot de sociale revolutie leidt: zij hadden er de voorkeur aan gegeven, hun kennis, hun ervaring, hun pogingen en hun energie juist aan die zaak te wijden, die Kropotkin lief was: aan de zaak van de organisatie van het revolutionaire wereldproletariaat, aan het tot stand brengen van de internationale, waarvan hij altijd sprak, tot de laatste dag van zijn leven.

Eu de Russische anarchisten? Hun toestand is vrij dubbelzinnig.

Men verwijt de anarcho-syndicalisten, dat zij zijn afgeweken en nog steeds afwijken van de grondbeginselen van Bakoenin en Kropotkin. Deze beschuldiging is hun voor de voeten geworpen door de „zuivere” anarchisten, zowel als door de „platformisten”.[40] Beiden zijn van mening, dat zij getrouw zijn gebleven aan de gedachten van hun voorgangers.

In werkelijkheid zien wij juist het tegendeel.

De „zuiveren” die het belang van principes, theorieën, en praktijk van het anarchisme onderschatten, hebben zich een abstracte wereld geschapen, een soort ivoren toren, dien zij anarchie hebben genoemd. Zij wachten op de komst van de Messias, die ze zonder onderbrekingen en regelrecht in het beloofde land zal leiden.

De anderen, de „Platformisten”, de aanhangers van een anarchistische partij, met alles, wat daarmee samenhangt, die een begin willen maken met dit messianisme, en die protesteren tegen de verstarring en het „pruttelen in het eigen vet“ zijn eer tot het andere uiterste vervallen, in de richting van het overwinnende bolsjewisme, waarvan zij de tactiek, de strijdmethoden en de organisatievormen hebben overgenomen. Zonder het te bemerken hebben zij èn Bakoenin èn Kropotkin overboord gegooid.

Door de kinderachtige en naïeve opvattingen over de sociale revolutie te verwerpen, en door te weigeren, Bakoenin en Kropotkin te bolsjewiseren, heeft het anarchosyndicalisme er de voorkeur aan gegeven mee te werken tot het stichten van een beweging, die in staat is de verantwoordelijkheid voor de nieuwe dag op zich te nemen.

Het anarchosyndicalisme, — dat is de Internationale Arbeidersassociatie; dat is de Internationale die, terwijl ze haar optreden niet beperkt tot de dagelijkse strijd om gedeeltelijke verbeteringen, het vraagstuk van de wederopbouw van de maatschappij, zoals Kropotkin het zoo juist heeft genoemd, voorop stelt.

ALEXANDER SCHAPIRO.

Voetnoten

  • [1]Deze studie verscheen in de Russische herdenkingsuitgave ‘De ideeën van Kropotkin’, gepubliceerd ter gelegenheid van de tiende herdenkingsdag van de dood van Kropotkin door de Federatie van Anarcho-Communistische Groepen in de Verenigde Staten, onder redactie van G. Maximov. (P. A. Kropotkin i jevo oetchenia, Chicago 1931, 321 pag.)
  • [2] Met uitzondering van enkele bladzijden over de Internationale.
  • [3] „Les Temps Nouveaux”, 1895, No. 11.
  • [4] Onder de zogenaamde „charte van Amiens” wordt de resolutie verstaan, die het congres der CGT in 1906 te Amiens aannam en die tot de oorlog de ideologische basis van het Franse syndicalisme vormde. In deze resolutie werd o.a. gezegd, dat het de taak is van het syndicalisme de volkomen bevrijding voor te bereiden, die slechts gerealiseerd kan worden door de kapitalistische onteigening. Het syndicaat, dat op het ogenblik een orgaan van weerstand is zal in de toekomst een orgaan zijn van productie en distributie, de basis der sociale reorganisatie. — Tevens werd in de resolutie een opvatting tot uitdrukking gebracht, die hier te lande bekend en berucht is als het „ongeacht-standpunt”. De CGT verenigt. aldus luidde de beroemde zin, „buiten iedere politieke school de klassenbewuste arbeiders voor de strijd tegen loonstelsel en patronaat”. Vrij om buiten de organisatie er een bepaalde „filosofische of politieke opvatting” op na te houden werd de leden verzocht deze opvattingen niet binnen de organisatie tot uitdrukking te brengen. De ontwikkeling sinds de oorlog bewees voldoende dat de „ongeacht-clausule” geen voldoende waarborg was voor de „zelfstandigheid” en „onafhankelijkheid“ van het syndicalisme — evenmin van het Franse als van het Nederlandse dat belichaamd was in het NAS. De „onafhankelijkheid” van het syndicalisme, en het doel dat het syndicalisme zich stelde kon slechts gehandhaafd blijven door de vervanging van het neutrale ongeacht standpunt door een eigen zelfstandige politiek, door de aanvaarding van het positieve program van het staatloze socialisme. (Red.)
  • [5] Conclusies van een rapport over de anarchistische gedachte met betrekking tot haar praktische verwerkelijking, voorgelezen op de vergadering van de Jurafederatie door Levachoff (pseudoniem van Kropotkin) ,,Le Révolté”, l/XI'1879.
  • [6] „De begrafenis van de Internationale door de heer De Laveleye”, Le Révolté, 17 April 1880, Ongetekend artikel.
  • [7] „Le Révolté”, 17 Oktober 1880.
  • [8],,Le Révolté”, 9 Juli 1881. Ongetekend artikel.
  • [9] „Le Révolté”, 23 Juli 1881. Ongetekend artikel.
  • [10] ,,Le Révolté”, 20 Januari — 3 Februari 1883.
  • [11] „L’organisation ouvrière”, „Le Révolté”, 10 December 1881. Ongetekend artikel.
  • [12] Idem, ibid., 24 December 1881. Ongetekend artikel.
  • [14] „Het jaar 1887”, „La Révolte”, 14—20 Januari 1888. Ongetekend artikel.
  • [15] „Het jaar 1887”, „La Révolte”, 14—20 Januari 1888. Ongetekend artikel.
  • [16] „Het jaar 1887” (vervolg), 28 Januari — 3 Februari 1888. Ongetekend artikel.
  • [17] „De eerste Mei 1891”, „La Révolte”, 18—24 Oktober 1890. Ongetekend artikel.
  • [18] ,,De eerste Mei 1891”, „La Révolte”, 1-7 November 1890. Ongetekend artikel.
  • [19] „De arbeidersbeweging in Engeland”, „La Révolte”, 13-19 September 1890. Ongetekend artikel.
  • [20] „La Révolte”, 27 Februari - 4 Maart en 5-11 Maart 1892.
  • [21] „La Révolte”, 24-30 September 1892.
  • [22] „De anarchisten en de vakverenigingen”, Temps Nouveaux, 25 Mei 1917. Dit uittreksel komt voor in een „niet aan degenen, voor wie hij bestemd was, verzonden brief”, gedateerd „April 1898”, die voor de eerste maal in dit artikel van Kropotkin werd afgedrukt.
  • [23] Idem, ibid.
  • [24] Idem, ibid.
  • [25] „Het gevolg van de vervolgingen”, Temps Nouveaux, No. 1, 4-10 Mei 1895.
  • [26] „De Internationale Congressen en het Congres van Londen”, Temps Nouveaux, 29 Augustus - 4 September 1896.
  • [27] Idem, ibid., 10-16 Oktober 1896.
  • [28] Idem, ibid.
  • [29] “Temps Nouveaux”, 19—25 September 1896.
  • [30] „De Russische vakbeweging” Chljeb i Volja, No. 21—22, 1906. Ongetekend artikel.
  • [31] Idem, ibid.
  • [32] Listky Chljeb i Volja, No. 2, 1906.
  • [33] Idem, ibid.
  • [34] Verschenen in 1909.
  • [35] „De Anarchie en haar Strijdwezen”, Temps Nouveaux, 21 Augustus 1909.
  • [36] Parijs 1913, blz. 99—100.
  • [37] “De nieuwe Internationale”, Uitgave van „Temps Nouveaux”, Bulletin No. 3, September 1916.
  • [38] Extranummer van de Temps Nouveaux, gewijd aan Kropotkin, Maart 1921.
  • [39] Toen hij aan de schrijver van dit artikel twee brieven doorzond, die hij van twee jonge kameraden had ontvangen, liet Kropotkin ze vergezeld gaan van het volgende briefje: „Zou jij, of een ander, deze kameraden niet terecht kunnen helpen? Als het ernstige mensen zijn, zal de anarcho-syndicalistische richting hen het best bevredigen” (Zie ook mijn artikel „Kropotkin en het anarcho-syndicalisme” in No 2/3 van Rabotchy Poetj, April—Mei 1923).
  • [40] De „Platformisten” vertegenwoordigen een richting onder de Russische anarchisten, o.w. P. Arshinov, die in 1926 hun opvattingen over de anarchistische beweging en anarchistische organisatie publiceerden (Franse uitgave: „Platforme d’organisation de l’union générale des anarchistes”, Paris, 1926: Platform van organisatie van het algemeen verbond van anarchisten). Dit ontwerp gaf bepaalde richtlijnen voor anarchistische organisatie en een anarchistisch program. Als voornaamste oorzaak van de miserabele toestand waarin de libertaire beweging zich bevindt, die geen werkelijke factor meer is in de strijd der arbeidersklasse werd het gebrek aan organisatorische praktijk aangewezen. Ook een verkeerd begrepen „individualisme”, dat al te dikwijls het afwijzen van alle verantwoordelijkheid betekende. De Russische revolutie heeft getoond dat een organisatie van anarchisten die een concreet program uitwerkt noodzakelijk is. De door de „zuivere anarchisten” voorgestane „Synthese“ — dit wil zeggen de vereniging van alle anarchisten van verschillende richtingen — wordt verworpen. Een dergelijke organisatie van heterogene elementen — zowel in theoretisch als in praktisch opzicht — zou slechts een mechanische vereniging van individuen zijn die alle problemen van het anarchisme verschillend zien en uiteenvallen bij het eerste bewijs van leven. — Ook de anarcho-syndicalistische methode lost het probleem niet op daar het anarcho-syndicalisme zich in de eerste plaats een doordringing en versterking der arbeidersorganisatie tot doel stelt. Van belang is dit slechts als men daarnaast een algemene anarchistische organisatie bezit. De enige weg is daarom het stichten van een anarchistische organisatie met een duidelijk ideologisch, tactisch en organisatorisch program. Een dergelijke organisatie moet niet slechts dienen voor opvoeding en propaganda maar ook om leiding te geven. Ze moet voor de arbeidersbeweging een richtinggevende kracht zijn en het initiatief nemen voor alle vragen der revolutie. Het juiste woord voor een dergelijke organisatie is in dit ontwerp zelf niet genoemd, maar later door Arshinov — in een artikel in „Le Libertaire” — niet meer verzwegen: het doel is een centralistische anarchistische partij. Het behoeft dus niet te verwonderen dat deze opvatting niet veel aanhang onder de anarchisten verwierf hoe scherp en hoe juist de kritiek op de anarchistische praktijk en anarchistische organisatie ook was. De houding tegenover de arbeidersorganisaties is dezelfde als die der bolsjewistische partij. Het orgaan dezer „platformistische” richting was tot voor kort „Dielo Troeda”, dat onder redactie van Arshinov eerst in Parijs, later in de Verenigde Staten verscheen. Sinds enigen tijd verschijnt het blad onder redactie van de anarcho-syndicalist Maximov. Er bestaat op het ogenblik geen „platformistische” organisatie meer. De laatste brochure van Arshinov „Het anarchisme en de dictatuur van het proletariaat” (een brochure overigens die zo goed als onvindbaar is en geschreven als rapport van de conferentie van anarcho-communistische groepen in Noord-Amerika en Canada) schijnt het einde van het „platformisme” te betekenen, dat in de grond van de zaak een wegbereider was van het bolsjewisme. De anarchistische organisatie van Chicago, die „Dielo Troeda” uitgeeft, publiceerde in het laatst verschenen nummer (Febr.- Maart 1932) een resolutie, waarin gevraagd wordt Arshinov van de lijst der medewerkers van „Dielo Troeda”, dat hij zeven jaren redigeerde, te schrappen. Niet slechts voor de anarcho-syndicalisten maar ook voor de „zuivere anarchisten” en aanhangers der „synthese” was dit ontwerp natuurlijk onaanvaardbaar, (vgl. „Réponse de quelques anarchistes Russes a la Plateforme” Paris 1927; Antwoord van enkele Russische anarchisten….) Waarom deze opvatting — de vereniging van alle anarchisten van diverse richtingen — die ook in Holland door veel anarchisten wordt aangehangen geen uitzichten biedt aan de „chronische desorganisatie” der anarchistische beweging een einde te maken en voor een constructieve vernieuwing der anarchistische praktijk niet in aanmerking komt hebben wij vroeger, elders, uitvoerig aangetoond. In welke richting deze vernieuwing — theoretisch en praktisch — slechts gezocht kan worden, en reeds plaats vindt, geeft overigens dit artikel over Kropotkins opvattingen over de arbeidersbeweging reeds voldoende aan. (Red.)
namespace/peter_kropotkin_de_arbeidersbeweging_en_de_internationale_organisatie_der_arbeiders.txt · Laatst gewijzigd: 11/07/21 18:54 door defiance