Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:anarchisme

Dit is een oude revisie van het document!


Anarchisme

Anarchie (de, v); van het Griekse ‘αναρχος’ (an archos), zonder heerser.

Als we het hier over het anarchisme - de anarchie - hebben, dan spreken we niet over dezelfde anarchie als waarover in de massamedia wordt gesproken. De misvatting over (maatschappelijke) organisatie is vaak dat deze gelijkt wordt gesteld met leiding. En dus dat waar leiderschap ontbreekt, chaos en ordeloosheid zal regeren. Andersom geredeneerd betekend dit, dat daar waar chaos en wanorde heersen, dit dan wel anarchie moet zijn. Immers betekend het begrip 'anarchie' 'zonder heerser', en chaos en wanorde zijn daar waar geen, of te weinig heerschappij is.

We zouden echter kunnen stellen dat veel van de chaos en wanorde die we op het moment zien in de wereld, juist oorsprong vindt in de hiërarchische organisatie van de samenleving - daar waar de belangen van weinigen negatieve invloed hebben op de levens van velen.

Anarchisme voorstaat niet de afwezigheid van organisatie, maar een ándere vorm van organisatie. Het staat voor de organisatie van de samenleving door middel van vrijwillige en gelijkwaardige samenwerking. Waar de belangen, ideeën en aspiraties van allen tellen en niet slechts die van de machtigen - een vrije, klasseloze samenleving.

Basisbeginselen van het anarchisme

Afb. Diagram Fig. 8, “The Floodgates of Anarchy”, S. Christie, A. Meltzer, 1970

Als we kijken naar het politieke spectrum, wordt deze over het algemeen ingedeeld op een horizontale as van 'links' tot 'rechts'. Dit assenstelsel is echter zeer beperkt. Door anarchisten wordt er een tweede as aan toegevoegd, 'autoritair' en 'libertair'. Deze toevoeging maakt een onderscheid tussen vrije, stateloze modellen van samenleven en sterk autoritair tot totalitair georganiseerde samenlevingen met juist een sterke staat. Anarchisme voorstaat de gelijkheid van mensen onderling wat de negatie betekend van hiërarchie en dominantie; zowel op maatschappelijk, sociaal-economisch als interpersoonlijk vlak. Uitgezet in een schema komt dit ongeveer overeen met de hiernaast afgebeelde figuur.

Hiërarchie en horizontaal organiseren

Het anarchisme gaat uit van de gelijkwaardigheid van de mens, en dat elk mens het natuurlijk recht heeft om in vrijheid keuze te maken hoe hij of zij wilt leven. Hieraan zitten natuurlijk beperkingen. Als deze gedachte consequent wordt doorgevoerd betekend dit dat de vrijheid van de één, ophoud waar de vrijheid van de ander begint.

In de huidige maatschappij overheerst een hiërarchisch organisatiemodel. Dit betekend dat als je de machtsverhoudingen binnen een besluitvormingsproces schematisch zou uittekenen, deze er uit ziet als een piramide (zie figuur). Onderaan is de meerderheid van de mensen te vinden, zij hebben weinig te zeggen. Politiek gezien kunnen zij bijvb. één keer in de vier jaar stemmen, maar kunnen niet werkelijk deelnemen aan de besluitvorming - evenals op de werkplek, waar vaak wel 'inspraak' is, maar men geen besluiten mag nemen. Economisch uit het zich zo dat geld hebben deuren opent, en een gebrek aan geld, deuren sluit.

Macht en invloed over de levens van anderen hebben degene die bijvb. bezit hebben, als bazen en aandeelhouders, die beslissen over hoe het er op de werkplek aan toe gaat of zelfs of een werkplek nog bestaat of dat deze wordt gesloten en bijvoorbeeld verplaatst wordt naar een 'goedkoper' productieland. In de politiek is dit eveneens zo: in de parlementaire democratie is het een kleine groep politici die besluiten maken die vervolgens voor de gehele bevolking gelden. Zij beslissen in feite voor hen, iets dat binnen een anarchistische samenleving ondenkbaar is – men is daar onderdeel van de besluitvorming.

Er zijn wat betreft besluitvorming verschillende modellen, maar binnen het anarchisme staat één ding centraal - men organiseert horizontaal. Dit betekend dat er géén piramide diagram te tekenen valt, maar dat als je van een anarchistisch model een diagram zou maken, dit een platte structuur zou geven (zie figuur) óf, zoals dit vaak ook wordt aangeduid, een cirkel, waarin iedereen gelijkwaardig is aan elkaar.

Binnen het anarchisme is de idee dat de mens een sociaal wezen is, en hierom ook altijd in relatie zal staan met anderen. Dat betekend dat er aan de ene kant grote waarde wordt gehecht aan individuele vrijheid, maar daarnaast ook aan de relatie en organisatie van de gemeenschap. De mogelijkheid deel te nemen aan besluitvorming die van invloed is op de persoon, staat dan ook centraal. Dit geld voor alle facetten van ons leven: in onderwijs, het werk, thuis, de directe woonomgeving, de stad, regio etc.

Individu en gemeenschap

De waardering voor het individu, voorstaat een autonomie van het individu. Dit individualisme verschilt echter sterk van het individualisme dat we kennen binnen de kapitalistische samenleving - waar de individu steeds meer als eenling verantwoordelijk wordt gehouden voor diens eigen welvaren, maar ook keuzes kan maken die ten kosten gaan van anderen zonder daar verantwoording voor af te leggen als dit wettelijk is toegestaan.

Dit betekend dat het anarchisme een samenleving voorstaat waarin er uiteindelijk, vanuit het individu, ook altijd een relatie zal bestaan met het collectief. Immers heeft bijna alles wat het individu doet invloed op de ander, en hangt het bestaan van het individu voor een groot deel af van de gezamenlijke inspanningen voor bijvoorbeeld het welzijn en veiligheid.

Wederzijdse hulp - een factor van evolutie, Peter Kropotkin, 1902

Waar kapitalisme en liberalisme ons wilt verdelen en reduceren tot individuele eenlingen die compleet verantwoordelijk zijn voor het eigen welvaren, wijst het anarchisme dit soort individualisme af. Individuele vrijheid is wel degelijk belangrijk, maar iemands sociaal economische omstandigheden zijn een grote factor van invloed op welke kansen iemand in een samenleving krijgt. Hiermee wordt door anarchisten de idee van de American Dream, die zo sterk aanwezig is in Westerse samenlevingen, afgewezen. Binnen deze opvatting zou namelijk iedereen aan 'de top' kunnen komen als ze maar hard genoeg willen en hiervoor werken. Als dat zo zou zijn, zou er echter helemaal geen top meer zijn. Collectieve verheffing uit de kwetsbare situatie waarin we ons bevinden zal alleen mogelijk zijn met een algehele opheffing van het klassensysteem (zie daarover later meer).

De mens in uiteindelijk afhankelijk van diens gemeenschap - welke vorm die gemeenschap ook moge hebben. Je bent er onderdeel van, en deze sociale organisatie is andersom ook afhankelijk van de deelname van de individuen waaruit deze bestaat. Over hoe de uitwisseling en verhouding tussen individuen en individu en gemeenschap te organiseren bestaan binnen het anarchisme verschillende opvattingen (zie 'Diversiteit van het anarchisme'). Centraal staan echter de begrippen vrijheid (zowel van het individu als de gemeenschap), gelijkheid en solidariteit.

Menselijke natuur en wederzijdse hulp

Anarchisme trekt deze lijn consequent door. Binnen de huidige samenleving is het beeld dominant, dat de mens een competitief wezen is. Deze opvatting wordt ons via populaire media en pseudowetenschappelijke economisten constant voorgehouden en vindt zijn oorsprong in een specifieke interpretatie van de ideeën van Charles Darin - 'the survival of the fittest'. Deze interpretatie van de ideeën en ontdekkingen van Darwin zijn echter hoogst gekleurd en vervormd om uiteindelijk aangewend te worden als legitimatie van de overheersing van de één over de ander - meestal in economische zin, maar ook in termen van sekse en racisme.

De anarchistische wetenschapper en denker Peter Kropotkin toont in zijn theorieën echter aan dat de binnen de dierenwereld samenwerking de grootste factor van overleving is. Samenwerking tussen dieren binnen hun eigen soort, maar ook tussen soorten onderling. Kropotkin ontwikkelde vanuit deze ontdekking het idee van de wederzijdse hulp (in het Engels mutual aid) door. Hierover schreef hij een boek dat voor het anarchisme bijdroeg aan de verdere theoretische uitwerking van een idee dat al duizenden jaren praktijk is binnen menselijke gemeenschappen. Door samen te werken vergroot men uiteindelijk de kwaliteit van het leven.

De mens is een sociaal wezen, dat moge duidelijk zijn. De mens werkt vaak samen, zowel op informele basis alswel op bijvb. het werk. Dat de mens van nature goed is kun je echter niet zeggen, dat toont de dagelijkse stroom van geweld wel die we dagelijks in het nieuws zien. Maar de sociale interactie van tussen mensen, en de samenwerking onderling laat zien dat deze evenmin van nature slecht is. Hoewel voor de legitimering van autoriteit vaak wordt verwezen naar de slechtheid van de mens, doet dit er in feite niet zoveel toe. Zou de mens van de nature slecht zijn, zou dit betekenen dat het eveneens onwenselijk is dat de één over de ander kan regeren: iemand met kwade intenties kan immers dan gemakkelijk misbruik maken van diens machtspositie. Als de mens goed zou zijn, zou er geen noodzaak zijn voor enige machtsuitoefening over de ander.

Als antwoord op de afwijzing van hiërarchische organisatie stellen anarchisten hierom de zelforganisatie.

Organisatie op grote schaal - (con)federalisme

Analyse van het hedendaagse

Als we met dit mensbeeld en met deze opvattingen kijken naar de wereld. Dan begrijpen we waarom de wereld er nu zo uit ziet als dat deze dat doet. Deze helpen bij het vinden van oplossingen op de weg naar een wereld zoals we willen dat deze er uit ziet. Om te beginnen nemen hierom we hieronder de twee belangrijkste machtsfactoren in het krachtenspel van de wereld onder de loep, kapitalisme en de staat.

Economie, kapitaal en klasse

Als we kijken naar de organisatie van de samenleving kunnen we deze, zoals eerder uiteengezet, als hiërarchisch omschrijven. Dit geldt niet alleen op politiek vlak, maar ook op sociaal-economisch vlak.

Kapitaal en kapitalisme

De economie in West Europa kunnen we als kapitalistisch aanduiden – in eerste instantie geneigd te spreken van onze economie, kunnen we dit eigenlijk niet zeggen. De economische middelen zijn niet in handen van de ‘gewone’ bevolking, maar van een relatief kleine groep mensen. Dit geldt eveneens voor toegang tot het maken van de keuzes over wat er met deze economische middelen gebeurt.

Kapitalisme is een economisch model waarbij een kapitaalkrachtig individu –een kapitalist - anderen kan inhuren om voor zich te laten werken - arbeiders. De kapitalist bezit de productiemiddelen en grondstoffen, als werknemer verkoopt je jou tijd en inspanning voor een loon. De eigenaar krijgt de winst van datgeen wat de werknemers geproduceerd hebben. Als werknemer krijg je echter altijd minder betaald dan de winst die je daadwerkelijk produceert.

Als we het over de economische verhoudingen hebben in een kapitalistische economie betekend dit dus dat kapitalisten er belang bij hebben om de kosten voor de grondstoffen, productiemiddelen en lonen zo laag mogelijk te houden. De producten en diensten moeten daarentegen zoveel mogelijk en voor een zo hoog mogelijk prijs worden verkocht om de winst op deze manier zo groot mogelijk te laten zijn. Dit met alle sociale en ecologische gevolgen van dien – consumentenproducten worden in Azië onder erbarmelijke omstandigheden voor een hongerloon geproduceerd; grondstoffen worden aan de aarde onttrokken en vernietigen het milieu van mens en natuur; hier worden, na de woekerwinsten die met de verhuizing van de productie naar lagelonenlanden, langzaam meer en meer mensen sociaal-economisch uitgesloten.

Dit theater speelt zich, met de globalisering van economie, die is al is ingezet in de koloniale tijd, wereldwijd op grotere en kleinere schaal af. Grote ketens als Nike, Ahold en Shell, hebben via tussenhandelaren en onderproducenten miljoenen werknemers voor hun werken. Zij produceren voor een zo laag mogelijke prijs grondstoffen, halffabricaten en eindproducten en leveren diensten. In dit verfijnde netwerk wordt de winst van al deze inspanningen uitgekeerd aan aandeelhouders en eigenaren. Voor een deel kleinere bezitters, daarboven grote financiële ondernemingen als banken en hedgefunds. Deze regulering van de economie op basis van eigendomsrecht en arbeidsrelaties noemen we kapitalisme. De propagandisten van dit soort economie proberen deze relatie in elk aspect van ons leven door te laten dringen om er winst uit te kunnen maken – al van jongs af aan leren we dat dit de enige en meest natuurlijke organisatie is van onze samenleving.

Als we over kapitalisme spreken, hebben we het niet over de toegang tot consumptiegoederen. Kapitalisme en consumentisme hangen wel met elkaar samen (consumentisme wordt aangejaagd om de consumptie van goederen te vergroten) maar zijn niet een en hetzelfde. Het is prima mogelijk om de toegang tot de goederen die wij in de dagelijks leven nodig hebben binnen andere economische modellen te garanderen. Ditzelfde geldt voor technologische ontwikkelingen of de garantie van een duurzaam milieu. De vraag die centraal staat is of er een collectieve wil is dit te realiseren en hoe we dit organiseren op een duurzame en rechtvaardige manier voor zowel mens en milieu (waar de mens weldegelijk ook afhankelijk van is ).

Klasse

Piramide van het kapitalisme, Industrial Worker (IWW), 1911

Die ongelijke verdeling van economische welvaart en invloed vertaald zich in sociale klassen - de klassenmaatschappij. De klasse waartoe iemand behoord is van grote invloed op kansen van iemand in de maatschappij. Voor arbeiders is het juist het belang dat zij per uur zo goed mogelijk betaald worden, maar ook dat hun leefomgeving leefbaar blijft. Deze spanning noemen wij klassenstrijd.

Naast de economische ongelijkheid, zijn er echter meer zaken van invloed op de sociale positie in de maatschappij, sommige kunnen je positie beïnvloeden, zoals je geslacht, seksuele voorkeur, komaf of religie. Dit kan echter ook erg verschillen per context, in een land waar sterke discriminatie op komaf heerst, is de kans groot dat je ook economisch sneller uitgesloten wordt. Ditzelfde geld voor een sterk patriachale samenleving voor de maatschappelijke positie van de vrouw of bijvoorbeeld een religieuze minderheid met een afwijkende religie in een sterk religieus land .

Het systeem dat deze sociale klassen veroorzaakt noemen wij een klassensysteem – tot welke klasse je behoort bepaald de ruimte die je hebt om je eigen leven vorm te geven. Het is lastig de klasse waartoe je behoort te ontstijgen. In tegenstelling tot een feodale samenleving is dit binnen het kapitalisme echter wel mogelijk (de zogenaamde American Dream), maar niet voor iedereen. Men stijgt namelijk van de lagere klasse naar de hogere treden van de piramide. Dit is echter binnen het kapitalisme niet nodig omdat het leeft van de goedkope arbeid – er is altijd een noodzaak voor goedkope arbeid voor kapitalisten om voort te kunnen bestaan.

De Staat & Politiek

Religie en spiritualiteit

Religie speelt een belangrijke rol in het leven van het overgrote deel van de wereldbevolking. Het heeft in veel gebieden op aarde diepe wortels in het dagelijks leven van mensen. Religie is van invloed op culturele gebruiken en heeft veel van doen met identiteit. Bij de beschouwing van de wereld is religie hierom een onderwerp dat niet te vermijden valt.

Hoewel de sfeer van religie raakt aan de vrijheid van meningsuiting en organisatie, is het, als we een vrije en gelijkwaardige wereld willen bereiken, van groot belang dat religie niet gebruikt wordt om andere mensen te onderdrukken. Om een duidelijk beeld te kunnen scheppen van de verschillende effecten van religie op vrijheid en gelijkheid, is het belangrijk om een onderscheid proberen te maken tussen institutionele religie en de individuele en gemeenschappelijke spirituele beleving die religie in zich draagt.

Geïnstitutionaliseerde religie is meestal centralistisch georganiseerd en heeft vaak nauwe verbintenis met politieke krachten. In Europa zien wij bijvoorbeeld een sterke aanwezigheid van de van oorsprong Christelijke waarden en de Christendemocraten zijn nog altijd prominent aanwezig binnen het politieke bestel, net als dat in het Midden-Oosten de Islam vaak een centrale rol speelt in de legitimering van politieke keuzes. Wat we vaak zien is dat religie als middel wordt ingezet om onvrede te kanaliseren, ten behoeve van een kleine groep belanghebbenden. Door de centrale rol van instituten als de Rooms-Katholieke Kerk of Islamitische Centrale Macht worden mensen vaak onder religieuze voorwendselen voor de doelen van de politieke machthebbers gerekruteerd. Zij maken daarbij aanspraak op de hogere macht (‘God’) of vinden verbintenis in het feit dat een politieke machthebber bijvoorbeeld dezelfde religie deelt en daarom ook in hun belang zou handelen.

Hoewel religie ook emanciperende momenten kent in de geschiedenis – zoals de zwarte kerken in de VS, die een belangrijke rol hebben gespeeld in de formele afschaffing van racisme in de VS, christelijke verzetsgroepen in de Tweede Wereldoorlog, mensen die vanuit hun geloofsovertuiging minderbedeelden ondersteunen of, bediscussieerbaar, zelfs de islamistische groepen die zich verzetten tegen de overheersing van het Westen – zijn er net zo veel voorbeelden waarbij religie uiteindelijk een dempende factor is voor sociale bewegingen. Karl Marx nam in de 19de eeuw hierom stelling tegen religie door het “de opium voor het volk” te noemen. In die dempende rol biedt religie namelijk een perspectief van lotsberusting – die vooral de huidige machtsverhoudingen bevestigd in plaats van omverwerpt. Religie kan ook actief andere onderdrukkingsvormen in zich dragen. Zo is immers binnen veel religies de rol van de vrouw ondergeschikt aan die van de man.

De individuele en collectieve beleving van spiritualiteit en de culturele uitingen hiervan hoeven echter niet altijd gepaard te gaan met berusting in het heden. Zolang religie geen uiting heeft die in tegenspraak is met fundamentele waarden als vrijheid en gelijkheid hoeft religie geen probleem te zijn. Net als dat religie invloed heeft op de culturele en maatschappelijke waarden in een samenleving, dit andersom ook zo is. In een samenleving waar maatschappelijke participatie en de strijd tegen onderdrukking centraal staan kan religie deze kenmerken van de samenleving ook reflecteren. Een voorbeeld hiervan zijn de christen-anarchistische gemeenschappen die in bepaalde delen van Nederland eind 19de eeuw bestonden.

Organisatie van de revolutie

Één van de meest belangrijke dingen waar we op duiden als we het over de anarchistische traditie hebben zijn de arbeidsraden. Waar er revolutionaire strijd was, daar waren er raden van arbeiders. Waar er revoluties verslagen werden, had het uitschakelen van deze raden hier een sleutelrol in.

Arbeidersraden zijn de massabijeenkomsten van de arbeiders in opstand die het bestuur van de meeste dagelijkse zaken over hebben genomen als de staat en de bazen op de vlucht zijn of verslagen. De 20ste eeuw kent een aantal grote revolutionaire voorbeelden: Rusland, Oekraïne, Duitsland, Hongarije, Spanje en veel, veel meer kleinere. Deze geschiedenis van verzet tegen uitbuiting en onderdrukking gaat terug tot de Parijse Commune van 1871, zelfs de ‘kringen’ ten tijden van de Boerenoorlogen in Duitsland in de 16de eeuw, en ze hebben allemaal een boel gemeen met de arbeidersraden uit de 20ste eeuw en het zelfbestuur van de pleinbezettingen van Tahrir in de vroege dagen van de Egyptische Revolutie, Syntagma-plein met de Indignados in Griekenland, Occupy in de VS en later in Gezi-park in Turkije.

Deze massabijeenkomsten zijn de arena waarbinnen revolutionaire werkers hun acties bediscussiëren, met plannen en voorstellen komen en besluiten hoe verder te gaan. Ze betrekken iedereen die aanwezig is bij de besluitvorming en hebben aangetoond dat het mogelijk is om op deze manier prima complexe samenlevingen te besturen. Ze kennen vele verschillende niveaus die met elkaar federeren om samen te werken. De activiteiten van honderden van arbeidersraden in tientallen opstanden laten ons zien dat het niet alleen mogelijk is om iedereen deel te laten zijn van de besluitvorming die op hen van invloed is. Het laat ook zien dat miljoenen mensen hun leven riskeren om op die manier te leven. Als de kans daar is, zal de werkende klasse nieuwe sociale vormen vinden om in diens behoeften te voorzien, en het zijn deze vormen die ons kunnen inspireren voor vandaag en misschien wel morgen.

Anarchistische bewegingen

De mensheid kent een door de gehele geschiedenis heen momenten waarop men zich verzet heeft tegen economische uitbuiting, culturele onderdrukking en overheersing. Het anarchisme is hier gearticuleerde een uiting van en heeft wereldwijd een rijke traditie die op veel plekken voet aan de grond heeft gehad. Van de boeren- en arbeidersbewegingen in Europa tot Azië en Rusland tot Noord- en Zuid-Amerika, bijna elk continent eigen anarchistische bewegingen gekend en kent deze nog steeds.

Veel van deze geschiedenis is echter verborgen omdat uiteindelijk de overwinnaars de geschiedenis schrijven - zoals ook uit de onderstaande voorbeelden zal blijken. Zoals ook zal blijken zijn veel van deze grootschalige experimenten uiteindelijk ten onder gegaan. Het is belangrijk deze geschiedenis te bestuderen en begrijpen om de fouten van voorheen te voorkomen en te gebruiken om de beweging van nu te sterken.

Hieronder zijn een aantal voorbeelden te vinden die beeld geven deze anarchistische traditie en wat hun motieven waren. Het zijn slechts korte voorbeelden waarover op deze website en het verdere web verder verdiepende informatie te vinden is.

Historische massabewegingen

Revolutionair Spanje (1936-1939)

In 1936 brak er in Spanje een burgeroorlog uit toen de fascistische generaal Franscisco Franco een militaire coup pleegde tegen de nieuw verkozen socialistische regering. Als reactie hierop gingen arbeiders en de boeren over tot stakingen en namen de wapens op. De sterk georganiseerde arbeidersklasse in stedelijk gebieden als Barcelona en Madrid, en de door het anarchisme sterk beïnvloede agrarische gebieden als Aragon, Castille, wisten de coup neer te slaan. De mensen beheerste vanaf dat moment in die delen van Spanje de straten en velden. In de golf van zelfvertrouwen die dit met zich mee bracht ontwikkelde hieruit de meest vergaande sociale revolutie van de 20ste eeuw. Tijdens de Spaanse Revolutie werden landbouw- en woningscoöperaties opgericht, het openbaar vervoer gecollectiviseerd, alfabetiseringsprogramma's opgezet en organiseerden vrouwen zich in de sterke Mujeres Libres, een organisatie die de positie van de vrouw in de van oorsprong uiterst conservatieve samenleving drastisch wist te veranderen.

De Russische Revolutie en Kroonstadt (1917-1921)

Na de mislukte opstand in 1905 kwam het in Rusland tijdens de Eerste Wereldoorlog tot een nieuwe revolutie. Deze keer slaagde deze en in 1917 ontstaat er een korte periode waarin het volk aan de macht is. Anarchisten spelen in deze periode een belangrijke rol. In het boek The Unknown Revolution (verschenen bij Tumult onder te titel 'De Ongekende Revolutie') schrijft Volin dat de anarchistische beweging, hoewel aanvankelijk zwak, wel degelijk van betekenis was voor de revolutie van 1917 en daarna. Dit ondanks de enorme repressie onder het Tsaristische regime en de daarop volgende repressie van de Bolsjewieken onder Lenin en Trotski. In de hoogtijdagen van de beweging beschikte deze over dagelijkse kranten en landelijke federaties met meerdere actieve groepen en organisaties per stad.

In 1921 kwam dan de zogenaamde 'derde' revolutie, gericht tegen het autoritaire bewind van de Bolsjewieken die in de macht naar zich toe hadden getrokken. De arbeiders en matrozen van de marinebasis Kroonstadt, vlak bij Petrograd (het huidige St. Petersburg), waren tot dan toe één van de meest gevierde revolutionairen en hadden een sleutelrol gespeeld in de Revolutie van 1917. Zij stonden op voor de verdediging van de vrije raden - een vrij vorm van communisme - en een keerden zich tegen het zogenaamde 'oorlogscommunisme', dat het leven van de mensen zo moeilijk had gemaakt. De burgeroorlog was voorbij en er moest ruimte komen voor de positieve aspecten van de revolutie. Deze opstand werd echter door de Bolsjewieken, niet getolereerd en bloedig neergeslagen. Voor anarchisten zijn repressie van de anarchistische beweging, de Kroonstadt-opstand in 1921 belangrijke breekpunten en in feite de verwerkelijking van daar waar Michael Bakoenin in zijn boek Over anarchisme, staat en dictatuur.

De makhnovshchina en de Vrije Territoria (1919-1921)

In de Oekraïne woedde ook een onafhankelijkheidsstrijd na het uiteenvallen van de Tsaristische Keizerrijk. Onder de vlag van de makhnovshchina, in feite een boeren leger, versloegen deze anarchistische milities verschillende reactionaire 'Witte' legers die het Tsaristisch bewind wilde herinstalleren. In het oosten van Oekraïne, de zogenaamde 'Vrije Territoria' (Vrije Zone), trachtte de makhnovshchina een libertair communistische regio te stichten. Uiteindelijk is dit door de voortdurende oorlog nooit daadwerkelijk gelukt. Net als Kroonstadt is ook dit libertaire experiment door het Rode Leger, na een samenwerking tegen de Witte legers, uiteindelijk in de rug gestoken en voor het grootste deel vermoord.

Opstandig Patagonië (1919-1922)

De periode tussen 1919 en 1922 in Patagonië, een gebied de zich strekt over Chili en Argentinë, is in de geschiedenis bekend als 'Patagonia Rebelde' (vrt. Opstandig Patagonië). In deze periode waren er massale landarbeidersstakingen in de Argentijnse provincy Santa Cruz. Anarchisten waren massaal actief in deze arbeidersbeweging en hebben een enorme invloed gehad. De anarcho-syndicalistische vakbond FORA, die een belangrijke rol speelde, had op de hoogtijdagen tussen de 100.000 en 120.000 leden. In 1974 verscheen over deze opstand en de repressie van deze beweging onder andere de film La Patagonia Rebelde (1974).

Autonomie in de Shinmin, Mantsjoerije (1929-1931)

Het hoogtepunt van de anarchistische beweging in Korea kwam laat in 1921. Net buiten de grenzen van het land, in Mantsjoerije leefde tegen de 2 miljoen Koreaanse migranten in door de Koreaanse Anarchistisch Communistische Federatie onafhankelijk verklaarde Shinmin provincie. Zij stichtte de Koreaanse Volks Associatie, een decentrale federatieve structuur bestaande uit dorpsraden, districtsraden en regionale raden die in een coöperatieve manier onderwerpen als landbouw, onderwijs, financiën en andere vitale onderwerpen regelden. Er werd een militie opgezet ter verdediging onder de belangrijke Koreaanse anarchist Kim jwa-jin, welke met succes tot 1931 Japanse en Stalinistische legers op afstand wist te houden.

Symboliek

Hoewel het anarchisme een aantal kenmerkende symbolen kent, is symboliek aan de andere kant binnen het anarchisme altijd kritisch benaderd. Dit omdat men van mening is dat handelen centraal moet staan, en niet de verafgoding van symbolen. Toch zullen we hieronder een aantal van de bekendste symbolen van het anarchisme toelichten.

Zwarte vlag

De zwarte vlag is in de geschiedenis verschillende keren gesignaleerd waarbij ook de interpretatie wil verschillen. De eerste directe associatie tussen deze vlag en het anarchisme wordt geijkt in rond 1880. Over het algemeen wordt de zwarte vlag als een symbool van rebellie, een anti-vlag. Waar witte vlag een symbool van overgafe is, symboliseerd de zwarte vlag juist afwijzing en opstand en waar veel politieke partijen en koningshuizen kleurrijke vlaggen en vaandels, kan het zwart van de anarchistische vlag als de regelrechte afwijzing hiervan worden gezien.

De zwarte vlag kent ook een interpretatie als een vlag van de rouw. Rouw om het leed en de armoede veroorzaakt door het huidige systeem.

Signaleringen in de geschiedenis van de zwarte vlag zijn als vlag van piraten in de 16de eeuw.

Hoewel twijfelachtig of zij ook daadwerkelijk de eerste was, is de eerste officieele signalering in de geschiedenis toegeschreven aan de bekende anarchiste Louise Michel, in 1883. Anarchistisch historicus George Woodcock schreef:

“[Louise] Michel flew the black flag on March 9, 1883, during demonstration of the unemployed in Paris, France. With 500 strong, Michel at the lead and shouting “Bread, work, or lead!”, they pillaged three baker's shops before being arrested by the police (Wo odcock, 284-285). No earlier reports can be found of Anarchists and the black flag.”

Zwart-rode vlag

De zwart-rode vlag (diagonaal verdeeld) kent een eerste signalering in de Spaanse Revolutie van 1936 en werd gebruikt door de anarcho-syndicalisten en anarcho-communisten. De zwarte helft staat daarbij voor het anarchisme, waar de rode helft van de vlag het sociale karakter van het anarchisme benadrukt. Deze vlag wordt nu wijdt verspreid over de wereld gebruikt.

Uiteindelijk zijn er vele verschillende variaties ontstaan op zwart-rode vlag als de zwart-paarse (anarcha-feminisme), zwart-groene (eco-anarchisme) en zwart-wit (anarcho-pacifisme).

Omcirkelde A

De omcirkelde A is een kenmerkend symbool van het anarchisme. Dit symbool, dat wordt toegekend aan de quote “Anarchie is moeder van Orde”[1] van Pierre-Joseph Proudhon. De “A” symboliseert daarbij “anarchisme” en de cirkel de “O” staat voor “orde”. Dit symbool wordt wereldwijd geassocieerd met het anarchisme.

Zwarte kat

De zwarte kat, in het Engels ook wel de 'wild cat' of 'sab cat' genoemd, heeft meestal een opgezette vacht, gebolde rug en ontblote tanden. Het symbool wordt geassocieerd met het anarchisme en in het bijzonder met anarcho-syndicalisme en staat symbool voor fel arbeidersverzet in de vorm van de wilde staking, sabotage en radicale vakbondsorganisatie. Het logo is origineel ontworpen door Ralph Chaplin, een prominent figuur binnen de Industrial Workers of the World (IWW).

Het Anarchistisch Zwarte kruis

Het symbool van het Anarchist Black Cross (ABC) (vertaling: Anarchistisch Zwarte Kruis). Dit is een anarchistisch politiek netwerk dat (politieke) gevangenen materiële en juridische bijstand verleent en hen politieke lectuur verstrekt. Het Anarchist Black Cross is een reactie op het Politieke Rode Kruis, dat weigerde hulp te verlenen aan anarchistische gevangen. De zwarte kleur van het kruis symboliseert het anarchisme en de vuist de strijdbaarheid van de organisatie.

Muziek en cultuur Anarchistische bewegingen hebben altijd hun culturele uitingen gekend – en deze was en is vaak verweven met de bredere maatschappelijke cultuur. Dit heeft zich onder andere geuit in volksliedjes en strijdliederen van de arbeidersbewegingen waar anarchisten deel van uitmaakten. Bekende oude strijdliederen die zijn onder andere de Internationale - het lijflied van de Eerste Internationale en de socialistische beweging - en A las barricadas, het onofficiele lied van de anarchisten tijdens de Spaanse Revolutie.

Later, met de ontdekking van het anarchisme in de jaren ‘70 door onder andere de antiautoritaire jongerencultuur ‘punk’ heeft anarchisme ook daar diens sporen achter gelaten.

Diversiteit van anarchisme

Verschillende stromingen

Er zijn ook verschillende stromingen binnen het anarchisme waarvan ook de visie over het uiteindelijke doel verschilt. Hierin zouden we anarcho-communisme, anarcho-collectivisme, mutualisme, individualisme en synthese anarchisme kunnen onderscheiden. Soms wordt ook getracht het zogenaamde “anarcho-kapitalisme” getracht binnen de anarchistische traditie te plaatsen. Consequent kan dit echter beter radicaal kapitalisme genoemd worden, het heeft dit weinig met anarchisme te maken. Kapitalisme draagt op economisch gebied een hiërarchie in zich en valt voor ons hierom dan ook buiten de traditie van het anarchisme. Een vergelijkbaar probleem geld voor “nationaal-anarchisme”, dat hier eveneens niet thuis hoort. Over deze twee onderwerpen zul je, behalve kritiek, dan ook niet veel terug vinden.

  • Anarcho-collectivisme: zowel de afschaffing van de staat als privaat eigendom van de productiemiddelen. In plaats daarvan voorziet het de productiemiddelen in gemeenschappelijk bezit, gestuurd en gecontroleerd door de arbeiders zelf. Onderscheid met anarcho-communisme is dat er in een collectivistisch model soms nog wel ruimte is voor óf de rechten over het product van de individuele arbeid, óf iets dat lijkt op geld - meestal de representatie van de uren van productie in plaats van een abstracte 'waarde' zoals we dit nu kennen. Zie o.a.: Michael Bakoenin, Luigi Fabbri, Gustav Landauer, James Guillaume, Michael Albert
  • Anarcho-communisme: anarchistisch communisme staat voor de afschaffing van staat, kapitalisme, loonarbeid en privaat eigendom (respect hebbende voor persoonlijke bezittingen). Het staat daarentegen voor gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen, directe democratie en horizontale netwerken van vrijwillige samenwerkingsverbenden van arbeiders- en consumentenraden die de productie en consumptie organiseren volgens het principe: “ieder naar diens vermogen, voor elk naar diens behoefte.” Het verschilt daarin van collectivisme omdat het af wilt geld of iets dat daar op lijkt. Zie o.a.: Peter Kropotkin, Errico Malatesta, Emma Goldman, Alexander Berkman, Nestor Makhno
  • Individualisme: Individualistisch anarchisme refereert naar verschillende tradities binnen deze anarhistische stroming. Het benadrukt het individu en hun wil tegenover die van de invloed van groepen, de samenleving, ideologiën en de staat. Binnen het individualistisch anarchisme bestaan dermate grote verschillen dat deze soms ook tegenstrijdig zijn met elkaar; voor sommigen is het individu absoluut, voor anderen is het individu belangrijk om te beschermen, maar staat deze altijd in relatie tot anderen. Zie o.a.: Max Stirner, Benjamin R. Tucker, William Godwin.
  • Mutualisme: een economische theorie binnen de anarchistische school van denken die er voor een samenleving pleit waarin iedereen productiemiddelen mag bezitten - zowel individueel als collectief - en waar handel de hoeveelheid werk representeerd. Hierbij zijn mutualistische credietbanken belangrijk die producenten tegen minimale rente geld kunnen lenen. Mutualisme is gebaseerd op het idee dat goederen of diensten als zij verkocht worden, bij inwisseling “evenveel moeten opleveren als er werk nodig is voor een vergelijkbaar artikel of dienst.” Mutualisme vindt dienst oorsprong in de geschriften van Pierre-Joseph Proudhon.
  • Synthese anarchisme: ook wel 'anarchisme zonder toevoegingen' (Eng. 'anarchism without adjectives'). Gepoogd wordt verschillende anarchistische stromingen te verenigen binnen een anarchisme zonder toevoegingen, te organiseren voorbij de individuele voorkeuren. Het gaat er hierbij vanuit dat de basispricipes van het anarchisme voldoende basis bieden om te verenigen. Zie o.a.: Fernando Tarrida del Mármol, Ricardo Mella, Sébastien Faure, Volin

Verschillen in focus

Anarchisme is divers als het sterrenstelsel. Er valt een onderscheid te maken tussen een aantal verschillende stromingen die verschillen qua visie over de uiteindelijk na te streven samenleving. Daarnaast zijn er nog een aantal sub-stromingen die zich vooral onderscheiden door de focus, middel en/of strategie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan anarcha-feminisme, eco-anarchisme, anarcho-pacifisme en religieus-anarchisme, maar ook insurrectionalisme en anarcho-syndicalisme kan daarbij geplaatst worden. Het is prima mogelijk dat een anarcha-feminist of insurrectionalist uiteindelijk ook anarcho-communist en visa versa.

  • Anarcha-feminisme: een focus op feminisme en de rol van de vrouw in de samenleving (en de eigen beweging). Onderscheid met gewoon feminisme is dat anarcha-feministen wel voor vrouwenrechten opkomen, maar er niet zozeer naar streven dat er meer vrouwen aan de top in bedrijven of de politiek zullen zijn; men strijdt juist tegen het gehele feit dat er een top is. Doel van de bevrijding van de vrouw is voor anarcha-feministen niet dat de ene vrouw over de ander kan beslissen, maar dat de vrouw als mens werkelijk vrij is. Zie o.a.: Emma Goldman, Lucy Parsons, Voltairine de Cleyre, Milly Witkop, Peggy Kornegger, Mujeres Libres
  • Eco-anarchisme: anarchisme met de nadruk op ecologische balans en de relatie tussen mens en natuur. Zie o.a.: Murray Bookchin, Élisée Reclus,
  • Anarcho-pacifisme: de totale afwijzing van geweld. Ervanuit gaande dat geweld ook een vorm van overheersing is, stelt men dat een vrije en gelijkwaardige samenleving alleen voort kan komen uit geweldloze inspanningen. Veelal zijn anarcho-pacifisten ook actieve antimilitaristen. Zie o.a.: Leo Tolstoi, Bart de Ligt, Mahatma Gandhi
  • Religieus-anarchisme: een verbintenis tussen religieuze opvattingen en anarchistische waarden en uitgangspunten. Meestal wordt er vanuit de religieuze context de conclusie getrokken dat, onder hun god, alle mensen gelijk zijn. Dit heeft onder andere uiting gevonden onder de 'Tolstoianen' die het christendom als uitgangspunt hadden voor hun anarchistische en ook pacifistische en antimilitaristische opvattingen. Er zijn echter meer spirituele uitingen van het anarchisme te vinden in verschillende natuurreligies als die van de Mapuché-stammen in Chili en lokale religie in Cuba. Zie o.a.: Leo Tolstoi, Bart de Ligt
  • Insurrectionalisme: binnen het insurrectionalisme ligt de nadruk op de insurrectie - de opstand - als praktische uiting. De constante spanning met het huidige systeem zou daarin scheurtjes moeten maken, waarbij op sommige momenten ook ruimte zou ontstaan voor populaire opstand. Insurectionalisten zijn vaak kritisch over formele organisatie zoals vakbonden en federaties en de nadruk meer op informele organisatie en klein affiniteitsgroepen. Insurrectionalisten hechten grote waarde aan de aanval, permanent klassenconflict en de afwijzing om te onderhandelen met klassenvijanden. Zie o.a.: Alfredo Bonanno
  • Anarcho-syndicalisme: een verbinding van anarchisme en vakbondsstrijd. Syndicaat is een oud woord voor vakbond. Anarcho-syndicalisme organiseert de vakbond langs anarchistische lijn; dwz. dat de arbeiders hun bond op horizontale manier besturen - er is geen vakbondsleiding, de besluitvorming ligt bij de arbeiders zelf. Op de lange termijn proberen anarcho-syndicalisten via arbeidsstrijd kapitalisme af te schaffen en de economie te democratiseren waarbij de bond van zelfbestuurde werkplekken een centrale rol speelt in arbeidsverdeling, productie en distributie. Zie o.a.: Emma Goldman, Alexander Berkman
  • Primitivisme: stroming die zeer kritisch is over de oorsprong en ontwikkeling van menselijke civilisatie. Volgens anarcho-primitivisten was de verschuiving van een jager-verzamelaarsbestaan naar landbouw oorzaak voor de ontwikkeling van de klassenmaatschappij, dwang, vervreemding en populatiegroei. Anarcho-primitivisten pleiten voor de terugkeer naar een “ongeciviliseerd” leven doormiddel van deïndustrialisatie, de afschaffing van werkverdeling en spcialisatie, technologie en grootschalige vormen van organisatie. Anarcho-primitivisme heeft enige overlag met het eco-anarchisme, al is er vanuit de ecologische hoek ook een sterkte afwijzing van het primitivisme, zoals door Murray Bookchin in zijn 'Sociale ecologie vs. “Deep Ecology”'. Anarcho-primitivisten willen terug naar de 'natuurlijke' of 'wilde' staat door zich te “verwilderen”. Zie o.a.: John Zerzan, Derrick Jensen, Paul Shepard, Henry David Thoreau, Fredy Perlman

Voetnoten

  • [1] Marshall, Peter. Demanding the Impossible. Fontana, London. 1993. p. 558
namespace/anarchisme.1485554755.txt.gz · Laatst gewijzigd: 16/10/19 09:41 (Externe bewerking)